AMSTERDAM - UPC is van plan zijn telecomdochter Priority volgende maand naar de Amsterdamse effectenbeurs te brengen. Daarmee zou de kabelaar een miljoenenclaim vermijden van ex-aandeelhouders van de Amerikaanse netwerkaanbieder Cignal Global Communications.
Een UPC-woordvoerder wil niets kwijt over de eventuele omvang van de beursgang. Ook kan hij niet zeggen tegen welke prijs UPC voornemens is Priority naar de beurs te brengen.
De aandeelhouders van Priority Telecom stemmen op woensdag 5 september over de doorgang van de aandelenemissie. Doordat UPC 84% van de aandelen in Priority bezit, is dit besluit slechts een formaliteit. De overige 16% is in handen van ex-aandeelhouders van Cignal.
Zij kregen dit belang in het voorjaar van 2000 toen UPC de Amerikaanse netwerkaanbieder kocht. Als onderdeel van de overname bedongen de toenmalige aandeelhouders van Cignal een compensatie van $200 miljoen indien UPC niet vóór 1 oktober 2001 Priority naar de beurs zou brengen.
Priority biedt spraak- en datadiensten aan via een glasvezelnetwerk dat belangrijke Europese steden met elkaar verbindt. In het tweede kwartaal heeft de UPC-dochter een verlies vóór belasting, rente en afschrijvingen (ebitda) van 26,8 miljoen geleden op een omzet van 71 miljoen.
UPC wil niet aangeven hoe groot het nettoverlies van Priority is. Wel heeft de kabelaar vorige week bekendgemaakt 300 miljoen te hebben afgeschreven op zijn belang in het telecombedrijf. Het concern heeft sinds november 2000 tevergeefs geprobeerd partijen te interesseren voor een deelbelang in Priority.
Uit een melding die UPC onlangs bij de Amerikaanse beurswaakhond SEC heeft neergelegd, blijkt overigens dat de kabelaar circa 450 miljoen dient af te boeken op het vorig jaar overgenomen Duitse kabelbedrijf EWT/TSS. Deze afboeking zal plaatsvinden bij de afronding van de fusie van de Duitse kabelactiviteiten van UPC met Primacom. Naar verwachting gebeurt dit aan het einde van 2001.
Een afwaardering van een dergelijke omvang zou UPC onmiddellijk met een negatief eigen vermogen opzadelen. Het concern had aan het einde van het tweede kwartaal nog een positief eigen vermogen van 164,5 miljoen.
Gisteren werd eveneens bekend dat het Amerikaanse Liberty Media in het tweede kwartaal $193 miljoen heeft afgeschreven op de waarde van zijn converteerbare preferente aandelen UPC. Liberty kocht deze stukken in december 2000 voor $203 miljoen.
De onderneming meldt nu in een verklaring bij de SEC het belang te hebben afgeschreven tot een bedrag van $10 miljoen "vanwege een anders-dan-tijdelijke daling van de waarde". Liberty Media is indirect meerderheidsaandeelhouder in UPC.