AMSTERDAM - Grote vermogensbeheerders uit met name de Verenigde Staten en Groot-Brittannië concurreren met elkaar om de gunst van Nederlandse pensioenfondsen. Inzet: het beheer over een deel van het aanzienlijke kapitaal waarover deze fondsen beschikken. Specialistische vermogensbeheerders maken een goede kans in de race.

Grote vermogensbeheerders uit de VS als State Street, Chase Fleming, Fidelity en Citigroup lijken Nederland hoog op hun strategische kaart te hebben gezet. Bezoeken van hoge managers aan Nederland worden veelal gekoppeld aan een rondje lokale pers en ook maar direct aan een seminar voor pensioenfondsen. De vele miljarden die Nederlanders voor hun pensioen bij elkaar hebben gespaard, vormen een aanlokkelijke markt. Samen beheren de Nederlandse pensioenfondsen Hfl.978 miljard.

Eén deal met één van de honderden pensioenfondsen in Nederland kan al een aardig kapitaal opleveren. Het Britse Barclays had dat al jaren geleden in de gaten en heeft inmiddels in Nederland meer dan 40 miljard aan pensioengeld in beheer. De koek is echter nog lang niet op. Steeds meer Nederlandse pensioenfondsen geven (een deel van) hun kapitaal in beheer van een derde.

Een betrekkelijke nieuwkomer als Pimco, een Amerikaanse vermogensbeheerder gespecialiseerd in obligatiebeleggingen, hoopt daarvan te profiteren. Vijf maanden geleden werd een kantoor in Rotterdam geopend om de markt in de Benelux te kunnen dekken. Aan Marc van Heel, directeur van business development, de opdracht klanten te werven.

Pimco denkt vooral met zijn expertise in obligatiebeleggingen klanten aan te spreken. De vermogensbeheerder is daarin één van de leidende bedrijven in de VS met wereldwijd ruim 250 miljard aan beleggingen. Pimco meldde onlangs inmiddels 2 miljard van 10 verschillende Nederlandse pensioenfondsen te beheren. Dat is in twee jaar tijd opgebouwd. "We zijn de grote fondsen langs geweest. We richten nu de aandacht op de middelgrote fondsen."

Pimco heeft volgens Van Heel goede kaarten: "Barclays is dan wel de grootste buitenlandse aanbieder, maar belegt het geld passief volgens een bepaalde index. Wij proberen onze benchmark te verslaan en streven naar een hoger rendement."

En dat hogere rendement stuit bij pensioenfondsen zeker niet op dovemansoren. Dick Snijders, algemeen directeur van Philips Pensioenfonds, stelt dat pensioenfondsen onder een steeds grotere druk staan van achterban en ondernemingen. Druk om te presteren en de kosten laag te houden. Snijders: "De eisen worden hoger. Een toenemend aantal fondsen stelt zich daarom de vraag: moet ik het beheer nog wel zelf blijven doen?"

De liefde komt volgens Snijders dus niet van één kant. Met name de middelgrote pensioenfondsen zouden nu voor de vraag staan om wel of niet uit te besteden. Op dat gebied kunnen ze de dienstverlening van een professionele vermogensbeheerder goed gebruiken. Kleine fondsen missen veelal de middelen en/of de deskundigheid om sommige beleggingen te beheren. Te denken valt hierbij aan venture capital of bepaalde bedrijfsobligaties.

Specialistische vermogensbeheerders hebben ook grote pensioenfondsen als ABP en Philips Pensioenfonds wat te bieden. Snijders: "In principe doen wij hier de was zelf. Tien procent van ons vermogen hebben we uitbesteed. Dan moet u vooral denken aan venture capital en emerging markets." Namen wil de directeur niet noemen, maar "het zijn vooral instellingen uit Londen en de Verenigde Staten".

zoek naar gerelateerde artikelen

za 11 augustus 2001