SKOPJE - De ondertekening van een vredesakkoord in Macedonië, die is gepland voor maandag, lijkt gisteren na de dood van acht militairen een wassen neus. Woensdag waren al tien soldaten door etnisch Albanese rebellen omgebracht. In een oproep aan VN-secretaris-generaal Kofi Annan vroegen NAVO-secretaris-generaal, lord Robertson, EU-buitenland coördinator, Javier Solana, en de Macedonische minister van Buitenlandse Zaken, Ilinka Mitreva, internationale hulp "op dit voor Macedonië dramatische moment".
De acht militairen kwamen om toen hun legertruck op twee mijnen reed nabij de hoofdstad Skopje. Zeven soldaten waren ogenblikkelijk gedood. De achtste bezweek later aan zijn verwondingen. Drie andere soldaten raakten gewond. In een verklaring gaf het ministerie van Defensie de schuld aan etnisch Albanese Rebellen, omdat de mijnen net waren gelegd. De rebellen zouden na de mijnexplosies het legerkonvooi hebben beschoten.
Kort na dit drama raakte het leger op diverse plaatsen slaags met de rebellen. Volgens etnisch Albanese bronnen in Ljuboten zou het dorp vanuit legerhelikopters zijn bestookt. In Skopje werd zwaar artillerie- en mortiervuur gehoord. Ook in buitenwijken van de op een na grootste stad, Tetovo, werd gevochten.
Minister van Buitenlandse Zaken Mitreva waarschuwde dat "er een burgeroorlog dreigt". De rebellen proberen volgens hem een deel van het land te veroveren. "We mogen niet toestaan dat Macedonië in vlammen opgaat", aldus Mitreva.
Premier Ljubco Georgievski nam afstand van het vredesakkoord door te verklaren dat de Macedonische veiligheidstroepen in staat zijn de rebellen te verslaan. Georgievski refereerde aan het vredesakkoord als een "beschamende capitulatie en een beschamende overeenkomst die onder druk van de Albanese terroristische paramilitairen tot stand is gekomen". (AP/Reuters)
![[terug]](/krant/logos/terug.omlaag.gif){kind=small}