PONTARLIER - "Hebben ze hier ook jenever?" Klappertandend, blauw van de kou, smeekte Erik Dekker om een hartversterker met een hoog alcoholisch gehalte. Hoewel er doorgaans in de aankomstplaatsen van de Tour de France met champagne wordt gespoten, was het verzoek om een pikketanissie meer dan verdiend. In oer-Hollands weer had de motormuis van de Rabobank opnieuw als een olifant in een porseleinkast huisgehouden. Voor de vierde keer in twee jaar alweer werd de overwinning met de hem bekende nuchterheid omschreven: "Ik ben vroeg in de aanval gegaan, want dan weet je dat je in dit beestenweer korter op de fiets hoeft te zitten."
|
Erik Dekker. (Foto: AP)
|
Ruim een half uur, wel te verstaan. Een marge die door de leider in de Wereldbeker aanvankelijk voor onmogelijk werd gehouden. Bijna uit het vertrek in Colmar zat de Rabo-ploeg alert voorin toen een grote groep wegreed. Erik Dekker was ook van de partij, maar besefte al snel aan een mission impossible te beginnen. Alexander Vinokourov, een gevaarlijke luitenant van Jan Ullrich, vertegenwoordigde in zijn eentje het bolwerk van Telekom. US Postal zou hem nooit laten wegrijden.
Dekker: "Het was ongelooflijk wat er in die eerste kilometers allemaal gebeurde. Zaterdagavond sliepen wij met de ploeg van Ludo Dierckxsens in hetzelfde hotel. 'Zullen wij zondag met zijn tweeën in de aanval gaan', stelde 'Grote Ludo' voor. Ik heb zijn voorstel beleefd afgewezen, maar was op mijn hoede."
Dierckxsens hield woord en zag Dekker met dertien collega's reageren. "Opeens was er achter ons een valpartij. Lance Armstrong viel ook. We reden zo weg. Ik had meteen in de gaten dat Vinokourov ons probleem zou worden. US Postal en ONCE zouden hem nooit laten wegrijden. Reed hij maar lek, reed hij maar lek, spookte opeens door mijn hoofd. En wat denk je dat er een minuut later gebeurde? Hij reed lek."
De slopende etappes van de afgelopen dagen, het vooruitzicht van de Alpen en het ontbreken van klassementsrenners in de kopgroep deden de rest. Al snel werd duidelijk dat de ploeg van Theo de Rooy, die met drie man (Dekker, Wauters en de sterk acterende debutant De Groot) het best was vertegenwoordigd, de te kloppen ploeg zou worden.
Waarbij de bal bij Erik Dekker lag. In de etappe naar Antwerpen nam hij het initiatief voor de uiteindelijke grootste overwinning in de carrière van Marc Wauters. Vorige week maandag kreeg de beleefde Belg in Antwerpen niet alleen de ritzge in de schoot geworpen, maar ook de gele trui. Daarom trad Wauters gistermiddag voor de zoveelste keer in de rol van meesterknecht en nam hij het initiatief. Door de bittere kou en de slagregens werden de speldenprikken al snel mokerslagen. Op 25 kilometer nam Dekker zijn rol over en kon alleen Servais Knaven aansluiten. De winnaar van Parijs-Roubaix en de winnaar van de Amstel Gold Race alleen voorop in de Tour de France. Een historische momentopname, waarvoor de Spanjaard Aitor Gonzales terecht geen respect toonde. De coureur van Kelme reed in zijn eentje het gat dicht en nam Marc Wauters op sleeptouw. Dekker: "Onderweg waren wij het er al over eens dat wij niets te verliezen hadden. Het enige dat wij moesten vermijden was een tactische fout door met verkeerde renners verder te rijden. De naam van 'Speedy' Gonzales ontbrak op onze zwarte lijst en die van Servais Knaven ook, al besefte ik al snel dat het een hele klus zou worden om met mijn buurman om de ritzege te sprinten. Hij is redelijk rap, de kans op een tweede plaats was aanwezig. Dan zou het wel heel moeilijk worden om sportman van Hoogstraten te worden."
Gonzales was de sterkste van de vier koplopers, maar niet de beste sprinter. Hij reed in de slotkilometers het ene na het andere gat dicht en boorde de ambities van Servais Knaven de grond in. "Ik hoopte met Wauters naar de streep te rijden. Dan had ik in de sprint een kans gehad. Gonzales dacht hetzelfde en daarmee is mijn verhaal verteld. Ik ben door de Rabobank in de houdgreep genomen. Daar leg ik mij bij neer. In Parijs-Roubaix dicteerde Domo-Farm Frites de finale en kon ik winnen."
De afgelopen acht dagen bevond Erik Dekker zich twee keer voor het peloton en de rest van de etappes erachter. Onzichtbaar meerijden is er voor hem niet meer bij. "Vorig jaar won ik in Villeneuve mijn eerste Tour-etappe. Ik vrees dat ik nooit meer zoiets moois meemaak. Wat een geweldige ontlading was dat. Het breekpunt in mijn carrière als je kijkt wat er daarna met mij is gebeurd. Aanvankelijk had ik mijn voorbereiding op de slotweek afgestemd, maar dit succes is bijzonder welkom en moet nu zo snel mogelijk worden gevierd."
In Pontarlier hadden de champagnekurken toen al geknald. En werd het tijd voor een borreltje.