WENEN - Bankverzekeraar ING Groep is dicht bij een vergunning voor de verkoop van levensverzekeringen in India. Concurrent Aegon is 'heel actief' op zoek naar een partner in dat land om eveneens de markt te mogen betreden. Dat één van beide op korte termijn een groot deel van de levenmarkt naar zich toe zal trekken, is onwaarschijnlijk, zegt Nambi Rangachary, voorzitter van de Indiase verzekeringsautoriteit. "Over vijf jaar zal geen buitenlandse speler een marktaandeel hebben van meer dan 2 à 3%." En: "Dan hebben ze het al erg goed gedaan."

(Foto: AP)

India kan deze eeuw uitgroeien tot een verzekeringsmarkt van formaat, zijn deskundigen het met elkaar eens. Sinds 1990 heeft het land een stabiele economische groei laten zien, mede dankzij de snel uitdijende it-markt. Zo laten steeds meer westerse (technologie)bedrijven hun programmeerwerk uitvoeren door Indiase it-ers. De jaarlijkse groei van het bruto binnenlands product bedroeg daardoor gedurende de jaren negentig iets minder dan 6%.

Tot 2005 zal de Indiase markt voor niet-levenproducten (bijvoorbeeld schade- en inboedelverzekeringen) groeien met 7% per jaar, zo is de verwachting (tot een volume van $3,2 miljard). Tussen 1986 en 1990 bedroeg de groei van niet-levenproducten 6,6% per jaar. Levenproducten (levens- en ziektekostenverzekeringen) zullen tot 2005 een groei laten zien van 12% per jaar, zo wordt verwacht (tot een omvang van $12 miljard). Tussen 1986 en 1990 lieten levenproducten een groei zien van meer dan 11% per jaar. India heeft 1 miljard inwoners. Per hoofd van de bevolking werd tussen '86 en '90 $6 per jaar uitgegeven.

ING en Aegon zijn niet de enige buitenlandse partijen die hun oog op het land hebben laten vallen. "Sinds de markt in augustus vorig jaar is opengesteld, zijn er vijf niet-leven- en tien levensverzekeraars van start gegaan", aldus Rangachary. "In een periode van negen maanden is dat niet slecht." Kritiek op het feit dat buitenlandse partijen in de joint venture die ze met een lokale partner op moeten zetten geen belang mogen hebben van meer dan 26%, legt de toezichthouder naast zich neer.

Volgens bestuursvoorzitter Kees Storm van Aegon staat die beperkende maatregel een snelle marktpenetratie door buitenlanders in de weg. "Als je er al in slaagt om een lokale partner te vinden die genoeg financiële middelen heeft om van start te gaan, dan moet die partner ook nog eens voldoende middelen hebben om de groei die wij voor ogen hebben mee te financieren." Veel westerse verzekeraars wilden vorige week tijdens een congres in Wenen dan ook van Rangachary weten of en wanneer dat maximum van 26% van tafel gaat.

"Het is niet aan mij om die vraag te beantwoorden", antwoordde de toezichthouder. "Het is een regeringskwestie." Volgens Rangachary is de 26% geprikt om te voorkomen dat de buitenlandse partij in de joint venture niets te zeggen heeft. "Het is als een voet tussen de deur, zodat die niet meer kan worden dichtgegooid." India wil verder vooral de kat uit de boom kijken. "Het is een begin, een test. Het heeft 50 jaar geduurd voordat onze markt openging. Ik verwacht niet dat het nog eens 50 jaar duurt voordat het maximum van 26% wordt aangepast. Maar we hebben er geen haast mee."

Over de komst van ING is Rangachary verheugd. "ING is niet alleen een verzekeraar, maar ook een leraar. Vier van onze junior-actuarissen zijn in het verleden door ING opgeleid." Aegon is net zo welkom, zegt de toezichthouder desgevraagd. "Zodra ze een partner hebben gevonden, kunnen ze een vergunning af komen halen." Politieke voorwaarden, die China wél aan het verlenen van een vergunning stelt (het land wil toetreden tot de wereldhandelsorganisatie), stelt India niet, aldus Rangachary. Aegon heeft zíjn partner bijna gevonden, vermoedt de Indiër. "Kees Storm zei me na afloop van mijn lezing namelijk dat hij binnenkort met me wil praten."

zoek naar gerelateerde artikelen

ma 16 juli 2001