SINGAPORE - Abdurrahman Wahid, Indonesië's eerste democratisch gekozen president, heeft gisteren wederom gedreigd de noodtoestand uit te roepen wanneer de Raadgevende Volksvergadering (MPR), het hoogste parlementaire orgaan, hem in een speciale zitting op 1 augustus a.s. de wacht aanzegt wegens zijn grillige, tekortschietende beleid.
De noodtoestand maakt ontbinding van het parlement en vervroegde verkiezingen mogelijk. De krijgsmacht zou bestuurstaken overnemen en de president zou zijn politieke tegenstanders kunnen laten arresteren.
"De MPR kan de president niet voor diens beleid ter verantwoording roepen", aldus Wahid. "Als dat toch gebeurt, is het in strijd met de wet. In dat geval moet ik, als president, dus aannemen dat het land in gevaar is en de noodtoestand afkondigen."
De toenemende frequentie waarmee Wahid dit dreigement hanteert, duidt erop dat dit zijn laatste verdedigingslinie is. De kans dat hij zijn voornemen daadwerkelijk kan uitvoeren, is echter twijfelachtig.
De leiding van de krijgsmacht en talrijke generaals hebben zich namelijk bij herhaling tegen het uitroepen van de noodtoestand uitgesproken. Weigering van de militairen Wahids bevel uit te voeren maakt van het staatshoofd een roepende in de woestijn.
De MPR zal Gus Dur, zoals Wahids bijnaam luidt, vermoedelijk zijn ontslagbrief aanreiken tenzij te elfder ure een politiek compromis wordt gevonden. Maar de kans op zo'n compromis, een maand geleden nog als serieuze uitweg gezien, is gering omdat de voornaamste partijen niet meer willen meespelen.
Vice-president Megawati, leidster van 's lands grootste partij, verwijdert zich steeds verder van haar voormalige vriend Wahid. Zonder medewerking van haar PDI-P is een compromis, waarbij Wahid zijn gezicht kan redden, niet denkbaar. Een door Wahid belegde ontmoeting met de overige partijleiders, die voor vandaag was georganiseerd, is uitgesteld en gaat vermoedelijk helemaal niet door.