AMSTERDAM - De voormalige top van De Vries Robbé Groep (DVRG) heeft zich schuldig gemaakt aan wanbeleid. Tot dit vernietigende vonnis is de Ondernemingskamer van het Amsterdamse Hof gisteren gekomen. Het lege beursfonds zelf staat inmiddels aan de rand van een faillissement.

Het Amsterdamse Hof.

De uitspraak maakt de weg vrij voor mogelijke schadeclaims tegen een viertal oud-bestuurders en commissarissen, die in de periode van 1 april 1997 tot 23 maart 1998 bij de onderneming betrokken waren. De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) zei gisteren in een reactie het vonnis als "basis voor een claim" te zien. De VEB heeft eerder al aangegeven de schade van aandeelhouders te ramen op ruim Hfl.40 miljoen.

In de affaire staat de omvorming van het beursfonds Mulder Boskoop tot DVRG centraal. Bij die transformatie werden drie bedrijven voor Hfl.40 miljoen in aandelen aan het beursfonds verkocht door het investeringsvehikel BTG. Twee van deze drie bedrijven bleken verlieslatend, maar werden onder meer door valse facturen als winstgevend opgevoerd.

Na de transactie maakte BTG een groot deel van de aandelen te gelde, hetgeen in strijd was met de lock up-regeling rond het fonds. Korte tijd later ontdekte het beursfonds dat er een lijk in de kast was. Dat dreef DVRG uiteindelijk naar de rand van de afgrond.

De vier boosdoeners in kwestie zijn Jan Willem Gaal (ex-commissaris), Bram Brinkman (ex-directeur), Michael Cook (ex-president-commissaris) en Leo van Mook (ex-gedelegeerd commissaris). Volgens het Hof hebben Brinkman en Gaal er welbewust aan meegewerkt dat het beursfonds zich door BTG liet misbruiken. Het tweetal was tevens bestuurder van dit investeringsvehikel. Van Mook en Cook hebben voorts nagelaten enige maatregel te nemen om dit misbruik te voorkomen.

Het Hof heeft geen straffen uitgedeeld. Wel zijn de vier veroordeeld tot het betalen van de proceskosten aan DVRG. Gaal, Brinkman en Cook moeten elk Hfl.40.000 ophoesten, Van Mook moet Hfl.7419,20 betalen.

Het vonnis van de Ondernemingskamer vormt het voorlopige slotstuk in de enquête-procedure rond het fonds, die door het Openbaar Ministerie en de latere directie van DVRG waren aangevraagd. De door het Hof aangestelde enquêteur constateerde eerder dit jaar al dat BTG het beursfonds willens en wetens heeft misbruikt om verliesgevende bedrijven te gelde te maken.

De rechterlijke uitspraak viel gisteren samen met de jaarvergadering van DVRG, dat in surseance verkeert. Daar maakte bewindvoerder Ferdinand Grapperhaus bekend komende week het faillissement van de noodlijdende onderneming te willen aanvragen. Dat voornemen leidde tot grote commotie onder aanwezige beleggers.

Grapperhaus heeft de afgelopen weken druk bemiddeld om tot een schikking met alle betrokkenen rond DVRG te komen. De bewindvoerder wist daarbij de vorderingen op DVRG terug te brengen van Hfl.6 miljoen naar Hfl.2,2 miljoen. Hij slaagde er evenwel "door de onwrikbare houding" van sommige betrokkenen niet in voldoende geld op tafel te krijgen.

Volgens Grapperhaus ontbreekt het nog aan Hfl.1,1 miljoen. "Ik zie dan ook geen andere mogelijkheid dan de rechtbank komende week te verzoeken de surseance om te zetten in een faillissement", zo sprak hij tot verbijstering van de zaal. "Het kan toch niet zo zijn dat u het beursfonds laat ploffen op Hfl.1,1 miljoen en daarmee de aandeelhouders een nog verdere achterstandspositie geeft", sprak adjunct-directeur Femke van 't Groenewout van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB).

De bewindvoerder verklaarde echter dat de rechtbank, gezien de uitspraak in de enquête-procedure, waarschijnlijk geen genoegen zal nemen met een crediteurenakkoord waarbij minder dan 100% van de schulden wordt uitgekeerd. "De schuldeisers zouden dan immers de dupe worden van nota bene diegenen waarvan de Ondernemingskamer heeft gezegd dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan wanbeleid", redeneerde hij.

Zo dreigde de uitspraak van het Hof DVRG zelfs even noodlottig te worden. Toch bleek Grapperhaus gevoelig voor de emoties uit de zaal. Na telefonische ruggespraak met de rechter-commissaris zegde hij toe de rechtbank te willen voorleggen om de faillissementsaanvraag met veertien dagen op te schorten tot 18 juli.

De aandeelhouders wordt in de tussentijd de kans gegeven alsnog de benodigde Hfl.1,1 miljoen bijeen te sprokkelen. Grootaandeelhouder G-Trade zegde toe zich daarbij te zullen inspannen. "Ik wil dit fonds echt in handen krijgen", aldus directeur George Toth. Een andere grootaandeelhouder, IFG, verklaarde eveneens nog belangstelling in de beursnotering te hebben.

zoek naar gerelateerde artikelen

vr 29 juni 2001