|
President Bouteflika...nationale verzoening... (Foto: AP)
|
PARIJS - De recente onlusten in de Algerijnse hoofdstad Algiers doen vermoeden dat de opstandige Berberbevolking de Algerijnse president Abdelaziz Bouteflika noodlottig dreigt te worden.
Het grootste gevaar voor de 65-jarige president lijkt echter uit een heel andere hoek te komen.
Hoewel luitenant-generaal Mohammed Lamari, chef-staf van het leger, deze week een vroegtijdig aftreden van de president voorkwam, lijken hij en diens collega Mediène handenwrijvend toe te kijken hoe de steun voor Bouteflika onder het volk afbrokkelt. Volgens de binnenlandse media zou de militaire legertop in het diepste geheim een nieuwe kandidaat klaarstomen voor het presidentschap.
Het waren notabene dezelfde generaals die Bouteflika in 1999 naar voren schoven bij de presidentsverkiezingen. Nadat deze oud-minister van Buitenlandse Zaken als enig overgebleven kandidaat bij een dubieuze stemming tot staatshoofd werd gekozen, dacht Lamari tevreden achterover te kunnen leunen.
Verbijstering
Maar reeds enkele weken na zijn verkiezing kondigde de nieuwe president tot verbijstering en woede van de legertop een nieuw beleid aan van nationale verzoening. Alleen op die manier zou een einde kunnen worden gemaakt aan de jarenlange terreurgolf door moslimextremisten, waarvan ruim 100.000 onschuldige burgers het slachtoffer werden.
Vanaf dat moment was het oorlog tussen Bouteflika en Lamari. Tot vorig jaar leek de burgerpresident de touwtjes strak in handen te hebben. Een dialoog in plaats van harde lijn tegen de moslimextremisten sprak ook het buitenland aan. De Verenigde Staten en Frankrijk beloofden economische hulp in de hoop de situatie in de Noord-Afrikaanse regio te stabiliseren.
Bouteflika waagde het zelfs om de bezem door de legertop te halen. De commandanten van de luchtmacht en gevreesde militaire inlichtingendienst konden hun biezen pakken. Wat de president niet wist, was dat deze hoge militairen werden vervangen door loyale aanhangers van Lamari.
De dubieuze rol die het leger heeft gespeeld bij de recente rellen in Tizi Ouzou, de hoofdstad van Kabilië, zou het leven hebben gekost aan 53 jonge Berbers. Zij demonstreerden voor betere levensomstandigheden, meer culturele rechten en vooral erkenning van hun taal.
Bloedbad
Volgens waarnemers is luitenant-generaal Lamari direct verantwoordelijk voor het bloedbad dat de militaire oproerpolitie eind april in de straten van Tizi Ouzou aanrichtte. De legerleider wast echter zijn handen in onschuld. Zijn adjudanten laten tegelijkertijd geen kans voorbijgaan om te melden dat president Bouteflika persoonlijk opdracht gaf om het vuur te openen op de Berbers.
Voor het Front van Socialistische Krachten van Aït Ahmed (FFS), die de Berberopstand coördineert, is het in ieder geval de huidige politieke leider die verantwoordelijk is voor hun achtergestelde positie. Daarom worden tot genoegen van de legertop de pijlen vooral op hem gericht.
Voor het eerst in tien jaar liepen afgelopen donderdag de straten van Algiers vol met honderdduizenden demonstranten, die met bussen uit Kabilië waren aangevoerd. De Algerijnse hoofdstad had een dergelijk groot protest niet meer meegemaakt sinds de marsen van de fundamentele moslimpartij FIS in 1991.
President Bouteflika en zijn land gaan een hete zomer tegemoet. |