BRUSSEL - In België is gisteren een dreigende kabinetscrisis afgewend over een nieuwe opzet van het bestuur van Brussel en de randgemeenten doordat twee oppositiepartijen zijn overgehaald het zogeheten 'Lambermont-akkoord' te steunen. Voor dit akkoord, waarin afspraken zijn gemaakt voor meer Vlaamse invloed in het Brusselse, is een grondwetswijziging nodig die door tweederde kamermeerderheid wordt goedgekeurd.
|
Guy Verhofstadt (Foto: AP)
|
Die meerderheid had de Belgische premier Verhofstadt maanden geleden net niet en daarop ontstond een politieke soapopera die de Belgische regering in haar greep hield. Dankzij knap 'loodgieterswerk' kreeg de premier de steun van de Franstalige christen-democraten en een deel van de Volksunie, beide oppositiepartijen.
Lange tijd zag het ernaar uit dat het Lambermont-akkoord, genoemd naar de werkkamer van Verhofstadt, een brug te ver zou zijn. Vooral toen de gematigd nationalistische Volksunie er nog meer uit wilde slepen voor Vlaanderen ontstonden er problemen. De Volksunie ging ten onder aan een interne scheuring en Verhofstadt dreigde vlak voordat België deze zomer het EU-voorzitterschap op zich neemt, alsnog te struikelen over deze nieuwe Vlaams/Waalse twist.
Verhofstadt ging op zoek naar meer zekerheden in plaats van de ernstig verdeelde Volksunie en vond die bij de PSC, de Franstalige christen-democraten in ruil voor extra geld voor Franstalig onderwijs. In totaal wordt daar nu meer dan 50 miljoen gulden extra voor uitgetrokken, de prijs van meer Vlaamse wethouders en meer fiscale autonomie voor de Brusselse randgemeenten.
De PSC wilde wel extra garanties. Zo is men bang dat de rijkere, overwegend Vlaamse randgemeenten met lagere belastingen Waalse bedrijven gaan lokken. Verhofstadt heeft dat opgelost met enkele kleine aanpassingen van het akkoord, waardoor er uiteindelijk pas volgende week over gestemd kan worden. De Vlaamse christen-democraten zijn boos over het 'afvallige' gedrag van hun Franstalige collega's, maar Verhofstadt haalt opgelucht adem.