AMSTERDAM - De Nederlandsche Bank (DNB) luidt de noodklok over de concurrentiekracht van de Nederlandse economie, die in rap tempo wordt uitgehold door de sterk oplopende inflatie.
Volgens DNB-president Nout Wellink wordt er te gemakkelijk verwezen naar de krappe arbeidsmarkt om de hoge loonstijgingen een van de belangrijkste oorzaken van de inflatie te rechtvaardigen.
Het enorme aantal arbeidsongeschikten (wao'ers) in Nederland is immers niet verwerkt in de werkloosheidsstatistieken. Daarnaast is de invoering van het nieuwe belastingstelsel volgens Wellink ten onrechte niet meegenomen in de cao-onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden. "Het gemak waarmee dat wordt weggepoetst! Mede door het belastingplan heeft de modale werknemer dit jaar de grootste koopkrachtverbetering in tijden (6,75 procent, red.)."
De DNB-president noemde het bij de presentatie van het jaarverslag "een bittere pil" dat Nederland na jaren van lage inflatie niet meer het "het beste jongetje van de klas" genoemd kan worden. "Er wordt te luchthartig gedaan over de loon-prijsspiraal. Dergelijke processen schieten snel door, met een harde landing van de economie als gevolg."
De Nederlandsche Bank roept het kabinet op "een dialoog" met werkgevers en vakbonden aan te gaan. "Moeilijk, maar dat is geen reden om te zeggen: laat ze maar hun gang gaan."
Vergroting van het arbeidsaanbod moet volgens de centrale bank topprioriteit hebben. Wat dat betreft komt de commissie Donner, die gisteren een nieuwe aanpak van de wao voorstelde, op een cruciaal moment. Wellink: "Wordt Donner afgebrand, dan graag snel een alternatief." Daarnaast is hij "niet op voorhand tegen" immigranten om de krapte op de arbeidsmarkt te verminderen. "Voor wat betreft terreinen waar de knelpunten liggen. In de Verenigde Staten en Duitsland is men bijvoorbeeld zeer ruimhartig geweest met het toelaten van computerspecialisten uit landen als India."
Ook langere werkweken kunnen soelaas bieden. "In het bedrijfsleven is die neiging al spontaan ontstaan. Er is qua aantal gewerkte uren weer flexibiliteit omhoog. Dan komt het vanzelf op de agenda van de sociale partners."
Sinds de invoering van de girale euro kan DNB niet meer op eigen houtje de rente verhogen om de oververhitte economie af te koelen. En als klein euroland legt Nederland te weinig gewicht in de schaal. Wellink: "Als Duitsland zo'n hoge inflatie had gehad, dan was Europa te klein geweest. Dan was de rente al verhoogd."
Lukt het de overheid niet de sociale partners tot bedaren te brengen, dan blijft er volgens de DNB-president geen andere uitweg over dan te snoeien in de overheidsuitgaven. "Pleidooien om de huidige uitgavennorm op te rekken, gaan in elk geval voorbij aan de economische realiteit."
Het liefst zou Wellink zien dat de overheid volgend jaar sowieso minder zou uitgeven dan het van tevoren vastgestelde plafond, dat 'automatisch' wordt aangepast aan de inflatie (de reële uitgavennorm). Doordat de uitgaven mogen meestijgen met de prijzen ontstaat een zichzelf versterkend effect: hogere overheidsuitgaven brengen immers ook een opwaartse druk op de prijzen met zich mee. Het loslaten van deze uitgavennorm zou juist enige lucht bieden. Wellink: "Je moet als overheid niet bijdragen aan een oververhitte economie."
"Pijnlijke aanpassingsprocessen" zijn volgens de president van de centrale bank onvermijdelijk in de eurozone. Daarom hoefde hij na afloop van de laatste vergadering van de Europese Centrale Bank waar ondanks de hoge inflatie in kleinere landen zoals Nederland werd besloten tot een renteverlaging naar eigen zeggen niet bij zijn vrouw uit te huilen. "We wisten van het begin af aan dat het monetaire instrument niet meer beschikbaar zou zijn. Maar dat hadden we de facto in 1979 al opgegeven, toen we de gulden gingen koppelen aan de D-mark. Er blijven twee andere instrumenten over: het loonbeleid en het begrotingsbeleid."