BERLIJN - Ongeveer 1,5 miljoen nog in leven zijnde ex-dwangarbeiders kunnen vanaf het eind van deze maand een schadevergoeding tegemoet zien voor het in Duitsland geleden leed in de Tweede Wereldoorlog.
De Bondsdag in Berlijn zette gisteren het licht op groen om de kassen van een speciaal door het Duitse bedrijfsleven en de overheid opgericht fonds te openen. Tot dat besluit kon het parlement komen, omdat de Duitsers er na het intrekken van een aantal juridische procedures in Amerika van overtuigd zijn dat er geen nieuwe rechtszaken tegen bedrijven in de Bondsrepubliek zullen worden aangespannen voor schadevergoedingen.
Het aantal Nederlanders dat aanspraak kan maken op een deel van de beschikbare elf miljard mark, blijft, na eerder al uitgesproken negatieve verwachtingen van belangenorganisaties van ex-dwangarbeiders, onverminderd uiterst klein. Eén van de drempels voor de Nederlandse slachtoffers is dat zij moeten kunnen aantonen in mensonwaardige omstandigheden te hebben gewerkt.
Meer dan de helft van de 7,5 miljoen dwangarbeiders die in de oorlogsjaren in Duitsland te werk werden gesteld, waren uit landen in het oosten van Europa afkomstig. Ook de 'Jewish Claims Conference' in Amerika en een internationale migratieorganisatie in Genève zijn betrokken bij het project, dat na ruim een halve eeuw een grote morele schuld van de Duitsers inlost.
De Duitse staat heeft vijf miljard mark in het speciale fonds gestort. De komende dagen wordt een evenredig bedrag van het bedrijfsleven verwacht.