BARCELONA - De grote verliezers bij de Baskische regionale verkiezingen van afgelopen zondag probeerden vertwijfeld toch nog enkele lichtpuntjes te vinden. De conservatieven van de Partido Popular (PP) trachtten hun deceptie te verdringen door te wijzen op het hoogste percentage dat de PP ooit in Baskenland gehaald heeft: 23 procent van de stemmen en negentien zetels in het parlement.
De socialisten (PSOE) wezen op de halvering van het aantal zetels van de radicale supporters van de ETA, Euskal Herritarrok en interpreteerden de uitslag als een nederlaag van de ETA. Maar aan een diepere analyse van de redenen kwamen socialisten en conservatieven niet toe.
Hoe je het ook wendt of keert, een nederlaag was het. Want samen haalden de PSOE en PP nog minder zetels (32) dan de gematigde Baskische Nationalistische Partij (PNV) in zijn eentje (33).
De PP kan het zich aanrekenen dat het met de strategie van de confrontatie, het stigmatiseren van het gematigde nationalisme door de PNV op een lijn te plaatsen met de ETA, de plank volledig heeft misgeslagen.
|
Blije Basken vieren op straat de overwinning van hun partij. (Foto: AP)
|
In Baskenland is het Baskische hemd nog steeds nader dan de materialistische rok. Het gematigde Baskische nationalisme en vaak niet het geweld van de ETA is het grootste gevaar, maar een Spaanse 'invasie' via de achterdeur van de verkiezingen. Om te voorkomen dat de Baskische identiteit gevaar zou lopen, sloten de Baskische nationalisten hermetisch de rijen.
Het debacle van de socialisten, die zelfs een zetel moesten inleveren, is alleen maar te verklaren door de slaafse volgzaamheid waarmee zij de harde lijn van de PP richting PNV verdedigden.
|
Premier José Maria Aznar (l) en ex-minister van Binnenlandse Zaken, Jaime Mayor Oreja. (Foto: EPA)
|
De klap zal echter met name binnen de PP hard aankomen en verstrekkende politieke gevolgen hebben. Vooral voor oud-minister van Binnenlandse Zaken, Jaime Mayor Oreja, die zijn politieke carrière op het spel zette door af te treden als minister en als lijsttrekker de strijd tegen het nationalisme aan te binden.
Vrede
De grote vraag die na de verkiezingen rijst, is of de uitslag de vrede in Baskenland een stapje dichterbij heeft gebracht. Want ondanks de teruggang van Euskal Herritarok van 14 naar 7 zetels, kan de ETA nog altijd rekenen op een brede sociale steun. Maar of de ETA het initiatief aan de PNV zal laten, valt sterk te bezien. Een van de eisen van de ETA en Euskal Herritarrok was dat de PNV zou breken met alle partijen uit Madrid.
En daar lijkt de herkozen regionale president Ibarretxe in eerste instantie niet toe bereid. Ibarretxe riep op de verkiezingsavond al op tot dialoog zonder revanchegevoelens tussen nationalisten en niet-nationalisten. Dialoog vooral over de kwestie van soevereiniteit, die voor socialisten en conservatieven tot dusverre niet bespreekbaar was.
Of Ibarretxe daartoe de ruimte krijgt, is maar de vraag. Want binnen de PNV wijzen niet alle neuzen dezelfde richting uit of deelt iedereen het harmoniemodel van Ibarretxe. Partijleider en sterke man Arzallus stippelt doorgaans de grote lijnen uit, is wars van compromissen.
Arzallus riep tijdens de verkiezingscampagne zijn partijgenoot Ibarretxe al eens tot de orde, toen die zich te al wat nadrukkelijk distantieerde van Euskal Herritarrok. De toezegging van Arzallus dat de aanhangers van Euskel Herritarrok, die hun stem aan de PNV gaven, "van die beslissing geen spijt zullen hebben", is wellicht het eerste symptoom van een ontluikende machtsstrijd binnen de PNV tussen Ibarretxe en Arzallus. |