MANILA - De Filippijnse president Gloria Macapagal Arroyo heeft gisteren de 'staat van rebellie' afgekondigd en opdracht gegeven tot de arrestatie van haar grootste politieke rivalen. Dat gebeurde nadat zij in de nacht van maandag op dinsdag de bestorming van het presidentieel paleis door aanhangers van voormalig president Joseph Estrada wist neer te slaan.
Hierbij kwamen vier personen om het leven, onder wie twee agenten en een demonstrant. Ruim honderd mensen raakten gewond. In de loop van gisteravond was de rust in de hoofdstad teruggekeerd. Slechts her en der bevonden zich nog kleine groepen aanhangers van de vorige week gearresteerde ex-president Estrada.
De 'staat van rebellie', twee fasen lichter dan de staat van beleg, stelt de regering in staat om voor politiezaken het leger in te kunnen zetten. Iedereen die verdacht wordt van het plannen van een coup kan na de afkondiging zonder aanhoudingsbevel gearresteerd worden.
"Het is duidelijk dat men met de protesten de legitieme regering ten val probeert te brengen", meldde de president gisteren op de nationale televisie. "Ik kan mededelen dat de regering alles onder controle heeft."
Het ministerie van Justitie eiste ten minste de arrestatie van elf sleutelfiguren van de Filippijnse oppositie. Juan Ponce Enrile, vooraanstaand bondgenoot van Estrada, leger-topman Marcelino en de politiecommandant Victor Batac werden gisteren reeds in hechtenis genomen.
Estrada, die momenteel gevangen wordt gehouden in een extra beveiligde inrichting buiten de hoofdstad, beschuldigde de regering van het aanzetten tot de huidige onlusten en maande zijn aanhangers tot kalmte. De voormalig acteur wordt beschuldigd van het achteroverdrukken van ruim 200 miljoen gulden gedurende zijn ambtsperiode. In de Filippijnen staat daar de doodstraf op. (AP/Reuters)