AMSTERDAM - Binnen enkele jaren moeten de fondsenwervende liefdadigheidsinstellingen precies aangeven hoe efficiënt zij het geld van de gulle gever gebruiken. Het in Amsterdam gevestigde Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF), de vriendelijke waakhond van de geldinzamelaars voor het goede doel, is daartoe onlangs begonnen met de ontwikkeling van een controlesysteem.
Nu beperkt de waakzaamheid van het CBF zich nog grofweg tot het bekijken of het bestuur van een liefdadigheidsinstelling en haar manier van geld inzamelen wel deugen. Maar het bureau wil een stap verder gaan door van de liefdadigheidsinstellingen te eisen dat zij verantwoording afleggen over de doelmatigheid van hun bestedingen. De organisaties moeten dan concreet aangeven wat het effect is van hun werk voor het goede doel.
Jaarlijks halen 350 liefdadigheidsinstellingen samen 3,5 miljard gulden op. De honderd grootste organisaties beschikken over het CBF-keurmerk, wat betekent dat zij zich houden aan enkele algemene regels op organisatorisch vlak. Het CBF-keur is echter helemaal geen waarborg dat de guldens die in de collectebus vallen op een goede manier worden besteed.
"Dat gaat veranderen", belooft CBF-directeur Jos Zwartjes. "Uit onderzoek onder onze keurmerkhouders is gebleken dat zij een controle op de besteding van de middelen noodzakelijk vinden. Trouwens, het publiek wil ook weten waar zijn geld naar toe gaat."
Inmiddels is de werkgroep 'Bestedingen' gevormd met vertegenwoordigers van de fondsenwervende instellingen, het Centraal Bureau Fondsenwerving en enkele onafhankelijke deskundigen. De voorzitter is Gerrit Hoekman, ambtenaar bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en penningmeester van Greenpeace Nederland.
"Uiteindelijk wil ik als donateur of als bestuurder weten hoe met de gegeven gulden het hoogste rendement wordt gehaald", legt Hoekman uit. "De consument stelt steeds indringender de vraag: 'Wat doen jullie met mijn geld?' En de fondsenwervers zelf willen ook steeds beter presteren. Daarom willen wij proberen normen vast te stellen waarmee de instellingen hun prestaties kunnen beoordelen."
"Dus zij zullen hun activiteiten zichtbaar moeten maken, hun resultaten moeten meten en rapporteren. Novib geeft bijvoorbeeld al aan met hoeveel partnerorganisaties wordt samengewerkt en hoeveel mensen worden bereikt."
De werkgroep hoopt komend najaar een eerste voorstel over het nieuwe controlesysteem te kunnen presenteren.