Camera's gericht op
vrachtwagen-equipe Bekx
door Bert Schaap - VELDHOVEN, woensdag
Omdat een beeld meer zegt dan duizend woorden wordt de truck
uitgerust met twee camera's. Een voor de binnen- en een voor de
buitenopnames. Martin Ketelaars, de nieuwe navigator in het team van
Hans Bekx, geeft ongevraagd een toelichting op het stukje verfijnde
techniek in de bijna veertien ton zware vrachtwagen: "Onderweg
naar Dakar worden er automatisch opnamen gemaakt. Die gaan wij monteren
en aan onze sponsors laten zien. Zo krijgen zij, als wij bijvoorbeeld
boven op een duin rijden, ook het gevoel dat ze in een achtbaan
zitten."
De reportage dient tevens om het enthousiasme bij de geldschieters nog
verder aan te wakkeren. Vorig jaar maakte Bekx zijn debuut in
Parijs-Dakar, dit jaar mikt de oud-transportondernemer op een plaats in
de top-tien. "Het is net zoals in het bedrijfsleven," doceert
de besnorde Brabander. "Eerst moet je verdienen, daarna kun je
investeren. In 2000 hebben wij een nieuwe truck nodig. Dan is ons
driejarenplan ten einde en willen wij in Dakar op het podium staan. Dat
kost geld, veel geld."
Eerst verdienen en dan investeren, luidt het credo van Hans Bekx,
die deelneemt aan de Dakar-rally. Volgend jaar rijdt hij met zijn van
camera's voorziene truck voor de derde keer mee en wil hij op het
podium terecht komen.
FOTO: PETER KUHL
Het gewicht van de truck zal over twaalf maanden in ieder geval een
stuk lager zijn dan de komende weken. Ten opzichte van de professionele
concurrentie moeten de drie amateurs Bekx, Ketelaars en monteur De
Rooder een paar duizend kilo meer meezeulen. "Het is nog niet zo
lang geleden dat Citroën 70 man accrediteerde om drie wagens in de
koers te houden. De verhoudingen zijn nu iets minder groot, maar wij
zijn volledig op onszelf aangewezen. Dat betekent vier reservewielen en
nog een heleboel ander materiaal. In de duinen is dat een groot
nadeel."
Daarom prefereert Bekx de vlakke Sahara waar hij het gas helemaal open
kan draaien. Met de vlam in de pijp. Met name naar de vijfde etappe van
Bir Mogreïn naar Atar, slechts 630 km lang, waar alle vrachtwagens
tegelijkertijd vertrekken, kijkt hij nu al uit. "Zo'n massastart
is een onbeschrijfelijke ervaring. Met z'n allen naast elkaar en
wegwezen. Was het echt een bult of een motorrijder? In zo'n chaos, met
al dat zand en die uitlaatgassen, vraag je je dat voortdurend af."
Het enthousiasme slaat in één klap om als de dertiende
rit tussen Tichit en Atar wordt geanalyseerd. "Al die vreselijke
keien. Daar moet je overheen, bom, bom, bom. Vorig jaar dacht ik dat ik
er was. Bleek ik pas twee kilometer te hebben afgelegd. Aan zo'n dag
komt geen einde."
"Daarna begint het sleutelen," vult navigator Ketelaars, de
opvolger van Bennie Jolink, aan. "En voordat wij gaan slapen wordt
gezegd wat gezegd moet worden. Iedereen heeft bij ons zijn eigen
verantwoordelijkheid, maar alleen als team kunnen wij succes hebben.
Pas als wij in Dakar aankomen, mag je daarvan spreken. Ik ben jarenlang
als vliegende techneut in deze woestijnrace geweest. Met Jan de Rooy
wonnen wij in 1985 het eindklassement in de T4-klasse, de vrachtwagens.
Het gaat erom de krachten te bundelen en onderweg is het de kunst om
een goede gemiddelde te rijden. Dat betekent een juiste balans tussen
jezelf en het materiaal. Vorig jaar won Karl Loprais. Niet omdat zijn
materiaal zo snel was, maar omdat hij zo regelmatig presteerde."
Bekx knikt, één Dakar heeft veel duidelijk gemaakt.
"De bandenspanning is bijvoorbeeld erg belangrijk. Des te slapper
de band, des te groter de grip en des te gemakkelijker rij je door het
zand. Zo moet je overal rekening mee houden. Daarom zijn wij al een
dikke vier maanden met de voorbereidingen bezig. Die is misschien wel
net zo spannend als de rally."
|