'Ik ben een oude Afrikaan'
Ontwikkelingshulp
een gevoelig strijdpunt
Als jong
Duits diplomaat bouwde Claus, opnieuw in het bijzonder over Afrika,
professionele deskundigheid op. Hij kreeg een post in Ivoorkust
en droeg verantwoordelijkheden op het ministerie van Buitenlandse
Zaken in Bonn.
Na zijn huwelijk
in 1966 met prinses Beatrix werd er voor hem in een reeks van jaren
naar zinvolle functies, vooral ook bij de hulp aan de Derde Wereld,
gezocht.
Maar juist in
zijn aanvangstijd werd in Nederland ontwikkelingshulp een gevoelig
strijdpunt. Politiek Den Haag raakte steeds meer gepolariseerd.
Die hulp kreeg grote symboolwerking voor zogenoemde progressieve
kringen.
De buffer
De
toenmalige premier Piet de Jong en zijn minister Udink dachten
met een boven de partijen staande prins Claus tot maatschappelijke
consensus te kunnen komen. |
|
De
Jong en Claus Foto:Anefo
|
Zij benoemden
hem daarom in 1970 tot voorzitter van de steeds geruchtmakender
Nationale Commissie voor Ontwikkelingsstrategie (de NCO), die zich
bezighield met de voorlichting over de problematiek in ontwikkelingslanden.
De NCO moest een doorsnee van de Nederlandse samenleving, van links
tot rechts en van actiegroep tot plattelandsvrouw van het nut van
ontwikkelingshulp overtuigen.
Linkse prins
|
De
prins geloofde zelf ook dat de wereld verbeterd kon en moest
worden, wat hem toen het predikaat 'de linkse prins' zou opleveren.De
NCO werd steeds vaker de commissie-Claus genoemd. Van de beoogde
consensus kwam niet veel terecht. Er werd heftig gediscussieerd,
maar besluiten vielen meestal links uit. Claus werd een mikpunt. |
Oud-minister
Udink |
Toen sympathisanten
van bevrijdingsbewegingen en vervolgens ook het Angola- comité,
dat een boycot van Angola-koffie op touw wilde zetten, subsidie
toegewezen kregen, was het huis te klein en moest Claus deze functie
opgeven. De prins had de pijnlijke les geleerd dat politieke grenzen
zijn functioneren bepaalden.
Onmisbaar
Het zou nog een aantal zware jaren vergen voor hij zijn draai echt
vond. In 1978 werd de prins de in de loop der tijd zeer geloofwaardige
Bijzonder Adviseur van een lange reeks Nederlandse ministers van
Ontwikkelingssamenwerking.
Toen Beatrix
in 1980 de troon besteeg, ontstond er een politieke discussie of
prins Claus dit adviseurschap wel kon voortzetten. Zou dit niet
tot aanvaringen in verband met de ministeriële verantwoordelijkheden
leiden? De
toenmalige minister Jan de Koning was kort maar krachtig: "Claus
kan niet gemist worden!"
|