VOORBURG - De prijzen zijn vorig jaar gemiddeld 4,5 procent gestegen. Dat is de grootste stijging sinds de prijzen bijna twintig jaar geleden - in 1982 - met 6 procent omhoog schoten. In 2000 bleef de inflatie nog beperkt tot 2,6 procent. Dat blijkt uit cijfers die gisteren door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zijn bekendgemaakt.
De inflatie werd onder meer opgejaagd door de verhoging van de btw en de ecotax, de hogere woninghuren en de hogere gas- en elektriciteitsrekeningen. Daarnaast stegen de prijzen van levensmiddelen door slechte oogsten en problemen op de vleesmarkten. Ook buitenlandse artikelen werden duurder.
Andere, meer algemene oorzaken van de prijsstijgingen waren de doorberekening van hogere loonkosten, energiekosten en winkelhuren. De doorberekening van kosten in verband met de invoering van de euro kan ook enige invloed hebben gehad, maar dan is die invloed volgens het CBS zeer beperkt gebleven.
Vooral voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken werden vorig jaar duurder. De prijs daarvan ging gemiddeld 7 procent omhoog, terwijl dat in het jaar 2000 nog maar 0,9 procent was. Voor tabak en alcoholhoudende dranken moest 6,7 procent meer worden neergeteld, terwijl de prijsstijging van deze producten in 2000 beperkt bleef tot 2,8 procent. Meubels, stoffering en huishoudelijke apparaten werden vorig jaar gemiddeld 5,3 procent duurder. Goedkoper werden alleen koffie (4 procent) en autobrandstoffen (1 procent).
In de periode van 1983 tot en met 2000 bedroeg de inflatie gemiddeld 2,1 procent met als uitschieters enerzijds 1987 met min 0,2 procent en anderzijds 1990 met plus 4 procent.