op autovrije - Slechts weinig Nederlanders hebben zich iets aangetrokken van de Europese autovrije zaterdag. Op de Nederlandse snelwegen was het net zo druk als anders. Ook hadden veel gemeenten in ons land niet of nauwelijks maatregelen genomen om gebieden autovrij te maken.
De organisatoren, Milieudefensie en het Landelijk Overleg Autovrije (Zon-)dag (LOAZ), waren dan ook enigszins teleurgesteld. Vooral over de grote steden Rotterdam, Den Haag en Utrecht waren zij niet te spreken.
"In Rotterdam zijn uiteindelijk slechts twee straten afgesloten. Dat is natuurlijk veel te weinig. Bovendien heeft de verkeerswethouder daar aangegeven volgend jaar helemaal niet mee te zullen doen aan de autoloze dag. In Den Haag was de situatie niet veel beter. Daar is alleen een debat gehouden over de autovrije dag, maar de dag zelf was helemaal niet autovrij. Utrecht heeft het wel iets beter gedaan. Daar is veel geld uitgegeven aan promotie, maar verder was alles voor de automobilist geheel vrijwillig. Er was geen straat afgezet", verzucht woordvoerder Albert ten Kate.
Van de autovrije zaterdag was in de Amsterdamse binnenstad weinig te merken. Tientallen taxi's, trams, en touringcars zorgden voor het nodige verkeer in de stad. Ook auto's van binnenstadbewoners die wel de stad uit mochten zorgden voor drukte op de weg.
Het gemeentebestuur zegt tevreden te zijn over het verloop van de autovrije zaterdag. "Een boel mensen heeft in ieder geval gemerkt dat er andere manieren zijn om in de stad te komen dan met de auto. Wat begon als een experiment is een goede gewoonte geworden," aldus een woordvoerder van de gemeente. Onderzoek moet uitwijzen of in de toekomst zaterdag of zondag de meest geschikte autovrije dag is. Op 4 november zal op zondag bijna de hele stad dicht zijn voor gemotoriseerd verkeer.
Milieudefensie/LOAZ zijn er echter van overtuigd dat de dag volgend jaar haar 'doorbraak' gaat maken. Het streven is dat er dan minstens honderd gemeenten in Nederland tijdens de landelijke autovrije dag hun centrum afsluiten voor het autoverkeer. Dit doel moet worden bereikt door middel van Postbus 51-spotjes en een vroegtijdige brief aan de gemeenten, verstuurd door minister Pronk (Milieu).