De aanslag is inmiddels opgeëist door de extreme Palestijnse groepering Islamitische Jihad. Voor woedende woordvoerders van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken was echter duidelijk dat er maar één man verantwoordelijk was voor het geweld, de Palestijnse leider Jasser Arafat.
"Ik hoop dat de wereld nu ziet wie hier de agressor is en wie het slachtoffer. Dit zijn onschuldige kinderen. Jihad, Hamas, Fatah, het is allemaal één pot nat. Het wordt hoog tijd dat de wereldgemeenschap dat begrijpt. Het masker is van de Nobelprijswinnaar voor de Vrede (Arafat, red.) afgevallen", aldus een bijna schreeuwende zegsman Oded Eran.
Overal in de stad klonk de roep om wraak. Van het Tel Aviv dat in de rest van Israël geldt als een gematigde, vredelievende stad waar men vooral van het leven wil genieten, was niets meer te merken. "Ik ben bang in mijn eigen land, dat is toch geen leven meer", zucht de 37-jarige Rachel Mordechai, die, zoals zo velen, dacht rustig langs de boulevard te kunnen flaneren.
Het drama komt op het einde van een week waarin Israël dagelijks werd opgeschrikt door bomexplosies en aanslagen op joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook.
De Israëlische premier Ariel Sjaron staat onder enorme druk om het zelfgekozen eenzijdige staakt-het-vuren op te geven. De premier had voor de aanslag beloofd om die zelfbeheersing nog enige dagen vast te houden.
Sjaron zou maandag Europa aandoen en wilde duidelijk maken dat hij in ieder geval tot een redelijke opstelling bereid is. Of de premier in deze omstandigheden nog vertrekt, was gisteravond niet duidelijk.
Het drama is ook een slag in het gezicht van de Verenigde Staten, die net begonnen waren met pogingen beide partijen om de tafel te krijgen. De Amerikaanse onderhandelaars zijn door het jongste geweld in hun hemd gezet.