VOLENDAM - De ouders van Anja Kok, het laatste dodelijke slachtoffer van de cafébrand in Volendam, dienen voorlopig geen klacht in tegen de zorginstellingen die hun dochter hebben verpleegd. Dat verklaarde vader Evert Kok maandag.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) stelde afgelopen vrijdag dat het gevoerde medische beleid van de betrokken hulpverleners en zorginstellingen onzorgvuldig is geweest. Het IGZ deed de afgelopen maanden onderzoek naar de dood van Anja Kok.
Volgens de inspectie kreeg Kok niet de nodige medische hulp, omdat zij besmet was geraakt met de MRSA-bacterie. Zij liep de bacterie op in Luik, waar zij drie maanden lang werd verpleegd.
In het AZU/militair hospitaal in Utrecht werd vervolgens het vermoeden uitgesproken dat Anja Kok mogelijk een ontsteking aan een hartklep had. Met dit vermoeden is vervolgens niets gedaan. In plaats van behandeld te worden, werd zij overgebracht naar revalidatiecentrum Heliomare. Later werd zij opgenomen in het VU in Amsterdam, waar zij op 19 juli 2001 overleed.
De ouders van Anja Kok kunnen een klacht indienen bij de klachtencommissies van de betrokken instanties, maar volgens Evert Kok is die kans klein. "Met het indienen van een klacht valt waarschijnlijk weinig te bereiken. Het gaat ons niet om financieel gewin en de betrokken instanties weten, dankzij het rapport van de IGZ, dat er fouten zijn gemaakt."
Wel hoopt Evert Kok nog op een excuus van de instantie die in zijn ogen de meeste fouten heeft gemaakt, het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk. Dit ziekenhuis speelde volgens Kok een coördinerende rol bij de behandeling van zijn dochter. Toen vanuit Utrecht het vermoeden van een ontsteking werd gemeld, is hiermee door Beverwijk niets gedaan.