Ian Kerkhof zat het hele weekend in de volgepakte City
'Dat het publiek uit zijn dak gaat...
dat is het mooiste dat er is'
door Dick van den Heuvel
Het hele weekend heeft hij in de City-bioscoop rondgehangen. "Jongen, er
is niks mooiers dan dat. Die hele zaal die mee zit te joelen met de muziek
en volledig uit zijn dak gaat", zegt Ian Kerkhof, regisseur van de speelfilm 'Naar de klote!' De eerste Nederlandse house-film zou je hem kunnen noemen. Met een soundtrack
die je tot in je middenrif voelt en met beelden die geen enkele XTC-pil
je kan bezorgen. De vormgeving van zijn eerste grote speelfilm wordt alom
geprezen, minder lof krijgt hij voor het flinterdunne en ietwat romantische
verhaaltje dat hij in 'Ndk!' vertelt.
"Ja, maar het is ook niet alleen maar een film voor housers", zegt Kerkhof die praat alsof hij straks nog even drie blokjes moet rennen om alle energie
kwijt te raken. "Ik ben mij er voortdurend bewust van geweest dat ik deze
film maakte voor een groot publiek. Dit verhaal was niet bedoeld voor kleine
zalen als Rialto. Ik moest hiermee de City in en vervolgens moest die bioscoop
ook op zijn kop. Dat was het doel en daarmee heb ik elk shot gemaakt en
elke scène geregisseerd."
'Ndk!' is opgenomen op video en daarna opgeblazen naar bioscoopdoekformaat.
De handige kleine huis-, tuin- en keukencameraatjes waarmee Kerkhof zijn
film maakte, gaven hem erg veel bewegingsruimte bij het draaien en leverden
ook op dat hij meer materiaal kon verschieten aan de diverse scènes. Hoewel
de film af en toe doet denken aan een uit de losse pols geschoten home-video,
zou dat het technisch vernuft waarmee een en ander werd gedraaid te kort
doen.
"Joost van Gelder is de beste cameraman van Nederland", zegt Ian Kerkhof
stellig. "Het ziet er allemaal heel erg slingerachtig uit. Maar als je zijn
shots in slow-motion bekijkt, zie je de intelligentie waarmee het allemaal
is opgenomen. Hij denkt na terwijl hij draait. Hij beschouwt per moment
zijn personages en neemt de kijker mee in het verhaal."
Ook in de afwerking naar het witte doek zijn kosten noch moeite gespaard.
"Je kan video klakkeloos op film overzetten maar dan hou je strepen en balken.
Wij hebben een bedrijf er op gezet dat ook voor Spielberg dingen doet. Die
hebben beeldje voor beeldje onze shots op celluloid gezet met laboratorium-accuratesse.
Zo konden we elk detail controleren en per millimeter de kleuren corrigeren
en de beeldlijnen wegvlakken."
Lange tijd werd Ian Kerkhof gezien als een experimentele filmmaker. Zijn
'Kyodai makes the big time' en 'The Mozart Bird' werden met gejuich ontvangen
door de recensenten, die in Nederland graag de avant-gardisten koesteren.
Nu Kerkhof een wat groter publiekssucces ten deel valt, wordt hij dan ook
publiekelijk door hen geslacht. Hij is daar kwaad over en valt voortdurend
tegen de criticasters uit. "Want deze film past precies in de lijn die ik
heb uitgezet met mijn andere films. Daarbij, dat wat ze toen zo enthousiast
ontvingen als bijzondere filmproducties, dat waren in feite mislukkingen.
Ik heb hier en daar een shot gemaakt dat wel aardig was. Ik heb toen al
niets van hun hosanna begrepen en nu zie ik niet in waarom ik zo wordt afgevallen."
"Maar", zo betoogt hij, "dat kan me allemaal niet schelen. Het hoogste artistieke
succes dat een kunstenaar kan krijgen, is als zijn publiek waardering heeft
voor zijn werk. En dat hebben ze! Kan mij het schelen wat de kranten schrijven.
Als de zaal vol zit, ben ik helemaal door en door gelukkig." Om de zaak
wat in balans te krijgen, helpen we hem eraan herinneren dat het 'experiment'
wel het nest is waar hij uit voortkomt en dat je daar met enig respect over
moet praten. "Maar alleen in Nederland kunnen commercie en artisticiteit
niet samen. In Amerika zijn de grootste successen hele literaire films!
Maar hier heb je aan de ene kant 'Flodder III' en 'Filmpje' en aan de andere
kant 'Het Schaduwrijk' waarvan ik zeker weet dat niemand hem gezien heeft."
Hij is alweer bezig met zijn volgende film, want de energie van Ian is niet
te temmen. "Een film over de echte criminaliteit. Over misdaden die jij
niet eens in de krant leest", zegt Kerkhof die zich voor zijn 'research'
regelmatig in de zwarte uren en plekken van Amsterdam ophoudt. "Het moet
een film worden over etnische bendes, die elkaar bevechten op leven en dood.
De titel is 'Milleniumfever' en daarin wil ik het publiek echt meetrekken
de onderwereld in.
Ik weet hoe criminaliteit in elkaar zit. Ik heb zelf ooit 39 dagen gezeten.
Ik hou van die orde. Boeven liegen niet, in ieder geval niet tegen elkaar.
Dat ruiken ze. Daarom stinkt het ook altijd zo in advocatenkantoren. Er
heerst daar een orde die je bijna ridderlijk zou kunnen noemen. Het wordt
het verhaal van een man die schoon schip wil maken met zijn misdadige verleden
en weet dat hij daar de ultieme prijs voor moet betalen. Doet je denken
aan Klaas Bruinsma? Ach, zou kunnen."
Net als 'Ndk!' zal Ian Kerkhof zich zo dicht mogelijk tegen de subcultuur
zelf aan schurken om ervoor te zorgen dat zijn film een realistisch beeld
geeft. Toch moet er afstand zijn, want filmmakers zijn toch goeie mensen?
"Ik ben nergens zoveel oplichters, boeven, misdadigers, moordenaars en hufters
tegengekomen als in deze industrie. Als ik zo'n film maak... heus... ik
weet waar ik over praat."
Dick van den Heuvel
Publicatie 21 november 1996
|