Met zijn allen: Naar de klote!
De kleding mag herinneren aan de tijd van de flower power, maar de sfeer
van liefde en saamhorigheid is ver te zoeken in de house-scene van 'Naar
de klote!'. Die richting uit, zo zou een sombere conclusie kunnen luiden,
gaan alle personages in Ian Kerkhoffs opmerkelijke, hallucinerende portret van een deel van de jeugd van nu.
Kerkhoffs house-milieu wordt bevolkt door nihilistische genotzoekers, die
hun kicks halen ten koste van anderen. Ze verdienen hun geld met drugsverkoop
en andere criminele activiteiten (Hugo Metsers III als gangster JP), proberen
een plek in de schijnwerper te veroveren door een voorganger te verleiden,
de kunst af te kijken en daarna als een letterlijk ouwe krant weg te doen
(Afke Rijenga als deejee DD) of door simpelweg te parasiteren.
Dat geldt voor Martijn (Tygo Gernandt), de vaatdoek van een vriend van de
jonge vrouwelijke hoofdpersoon Jacqueline. Zij is vanuit een provincieplaats
naar de grote stad getrokken en probeert met eerlijke middelen haar plekje
in het bonte wereldje van house veilig te stellen. Ze verkoopt kaartjes
voor housefeesten en wil erbij horen, niet meer en niet minder. Als haar
vader de gevangenis in dreigt te gaan vanwege een schuld leent ze bij JP
tienduizend gulden. Dat bedrag kan ze terug betalen via het dealen van die
pilletjes die het verblijf op de dansvloer tijdens houseparty's zoveel interessanter
maken.
Daarmee steekt ze haar hoofd in de strop. JP kan steeds meer van haar eisen
en als ze vierduizend gulden van de kaartjesverkoop in de platencarrière
van twee snuivende, egoïstische en opportunistische 'vriendinnen' steekt
komt ze ook nog eens in een levensgevaarlijke conflict met de criminele
party-organisator. Die heeft ook nog een rekening te vereffenen met JP en
dat leidt tot een heftige, illustratieve finale.
Die confrontatie onderstreept dat het in 'Naar de klote!' niet om het verhaal,
maar om een pure filmervaring gaat. Als de emoties hoog zijn opgelopen en
de gebeurtenissen naar een climax groeien, raakt de kolkende combinatie
van beeld en geluid trefzeker de beoogde plek in het middenrif van de toeschouwer.
Terwijl beklemmende beelden, met het hypnotiserende effect van het ritmische
licht en donker van schijnwerpers rond de dansvloer, JP en zijn maat in
lange westernjassen op weg tonen naar hun afrekening met de party-organisator,
ervaren we elders iets van de overgave aan het geestverruimende oerritueel
dat house probeert op te roepen.
Werken op dergelijke momenten alle elementen eendrachtig samen om de toeschouwer
in de beoogde sfeer te brengen, elders maken de jachtige camerastijl en
de kleurige beeldmanipulatie een geforceerde indruk. Of we moeten het hele
verhaal willen zien als de aaneengesloten nachtmerrie van Jacqueline (afwisselend
treffend en vertederend naïef en hopeloos amateuristisch gestalte gegeven
door debutante Fem van der Elzen, foto boven).
Dan nog is 'Naar de klote!' het ene moment bepaald sterker dan het andere.
Maar met een aantal indringende episodes (ondersteund door stuwende house-klanken)
biedt de eerste 'grote' bioscoopfilm van Ian Kerkhoff in elk geval iets
bijzonders. Na Robert-Jan Westdijks sprankelende 'Zusje' (toegankelijker
overigens voor een ruimer publiek) duidt ook 'Naar de klote!' op een aanzet
naar een vernieuwde, jonge en energieke Nederlandse cinema.
E.K.
Première 14 november 1996
|