Pacino pleitbezorger voor Richard III

'Looking for Richard'

Hollywoodhelden zijn Hamlet, King Lear en Othello nog niet, maar steeds regelmatiger steken de geesteskinderen van Shakespeare vanuit het theater de straat over naar de bioscoop. Vaak begeleid door Kenneth Branagh, die Oscarkandidaat 'Henry V', 'Much ado about nothing' naar het doek bracht en binnenkort Hamlet integraal presenteert. Dat Shakespeare van alle tijden is, onderstreepte Ian McKellen (bekroond met een Felix) vorig jaar met een moderne versie van 'Richard III'. De gedachtewereld van die fascinerende machtswellusteling neemt Oscarwinnaar Al Pacino onder de loep in zijn regiedebuut 'Looking for Richard'.

Jarenlang schaafde Pacino aan zijn boeiende documentaire, die deze week op het festival van Rotterdam te zien is en daarna in landelijke roulatie gaat. "Ik ben al met Richard bezig sinds mijn middelbare schooltijd", vertelde Al Pacino in Cannes, waar hij eerder dit jaar zijn eersteling (met o.a. Alec Baldwin als Clarence, Oscarwinnaar Kevin Spacey als Buckingham en Winona Ryder als Lady Anne) presenteerde. "Weinig scholieren lezen Shakespeare. Er is een barrière van eeuwen opgetrokken. Dat heeft vooral te maken met de manier van presenteren.

Wij hadden een leraar die 'Richard III' aanschouwelijk en invoelbaar maakte door er met ons stukken uit te spelen. Die lessen hebben bij mij liefde voor het theater gewekt. Later ben ik zelf op middelbare scholen poëzie en stukken literatuur gaan voordragen. Als ik iets van Shakespeare bracht, voelde je onmiddellijk weerstand. Tot ik duidelijk maakte dat Hamlet's moeder 't met zijn oom deed. Toen ik dat spéélde was er meteen respons. Die ervaring is het uitgangspunt voor 'Richard III'.

Ik wilde dat prachtige stuk toegankelijk maken voor een groot publiek. Met Amerikaanse acteurs. Ook voor een deel van hen is Shakespeare geen alledaagse kost. Hun aanpak om te begrijpen wat hun personages denken, maakt die ook voor de kijkers begrijpelijker. 'Je hoeft niet alles tot op de komma te doorgronden om 't te kunnen spelen,' heb ik gezegd. Als je de ontwikkeling van de gebeurtenissen maar begrijpt. Zo dring je steeds meer tot de kern door.

Ik heb 't zelf gemerkt. Richard is in de loop van de decennia in me gegroeid. Ik heb 'm vroeger in provincieplaatsjes gespeeld en later ook in New York. Je ziet steeds weer nieuwe facetten, nieuwe perspectieven. Shakespeare is de ultieme mensenkenner. Hij weet plekken in je hart en je verstand te bereiken, waarvan je het bestaan niet wist." "Hij onderwees ons in de kunst van het voelen, leerde ons in te leven in andere mensen", zegt een dakloze welsprekend, als Pacino in zijn film mensen op straat naar Shakespeare vraagt. "Een toevalstreffer, die uitspraak", zegt Pacino lachend. "Niemand wil geloven dat die man geen ingehuurde acteur is. Maar op mijn erewoord: we kwamen hem tegen. Net als anderen, die Shakespeare's naam níet kenden."

Dergelijke mensen probeert Pacino aan te spreken met een combinatie van gesprekken met Shakespeare-vertolkers als Vanessa Redgrave, John Gielgud en Kenneth Branagh, beelden van repetities en een uitvoering, bezoeken aan onder meer de geboorteplaats van de Britse Bard en gememoreerde gesprekjes met voorbijgangers. "Zo proberen we een mozaïek te vormen die verschillende kanten van het ervaren van Shakespeare toont."

Voor veel Amerikanen is de bioscoop de aangewezen plek om met Shakespeare kennis te maken, zegt Pacino. "Film is nu eenmaal bij ons de meest vertrouwde manier van communiceren. Veel schrijvers en acteurs uiten zich via film. Theater heeft 't moeilijk in Amerika. Geld om toneel te brengen is er nauwelijks. Films maken opmerkelijk genoeg theater mogelijk. Mensen komen om bekende acteurs in levende lijve te zien.

Voor mij was theater lange tijd de plek waar ik me thuisvoelde. Films waren voor mij iets ongrijpbaars, net als het begrip 'ster'. Daar had ik geen controle over, zoals over de gang van zaken op de planken. Dat maakte me nerveus. Je moest maar afwachten wat een regisseur in de montage met je rol deed. Een jaar of tien geleden zag ik film plots in een nieuw perspectief, nadat ik zelf een korte film had gemaakt. Een tamelijk esoterisch werkstuk, dat nog altijd uitgebracht moet worden. Maar voor mij persoonlijk was het werken daaraan een openbaring; daarvoor had ik alleen in films gestaan."

Diezelfde ervaring had hij bij 'Looking for Richard', vertelt hij. In de film zien we zijn uiterlijk regelmatig veranderd, wat aangeeft dat hij er jaren aan werkte. "Mijn liefde voor Richard heeft dit project gaande gehouden. Geld was er nauwelijks. De andere acteurs, die elders miljoenen verdienen, kwamen voor veertig dollar per dag en een onbeperkt aantal donuts. Omdat ze geen Hollywoodsterren zijn, maar gewoon van hun vak houden. Shakespeare brengt je verder als acteur.

Dat geldt ook voor het publiek. Onze emoties zijn niet anders dan die van vijfhonderd jaar geleden. En dus voelen we mee met die personages, mits ze naturalistisch worden gespeeld. Als we met 'Looking for Richard' de wereld van Shakespeare weer voor een paar mensen meer toegankelijker hebben gemaakt, dan heb ik eer van m'n werk. Daar doe je het als acteur tenslotte voor: iets van jouw passie aan anderen overbrengen."

E. Koch

Première 6 februari 1997