Stuk Shakespeare in bijzondere nieuwe versie

Ian McKellen als Richard III

door Eric Koch

Met zijn bochel, zijn lamme arm en zijn slepende been is er voor Richard van York geen grote rol weggelegd op de dansvloer. Hij is geen man van vrede, stelt hij met een scheve grijns vast op het kroningsfeest van zijn broer Edward, de nieuwe koning van Engeland. Richard verlangt terug naar de glorie van het slagveld, waar hij de vorige Britse vorst en zijn familie uitmoordde. En als er geen vijand buitenshuis te vinden is, zoekt hij ze in eigen kring.

Hij wil de kroon voor zichzelf. Wellicht niet eens zozeer omdat hij de baas wil zijn. Maar met zijn mismaakte lichaam wil hij (zichzelf) bewijzen dat hij sterker is dan zijn omgeving. Plezieriger nog dan het doel vindt hij de middelen, zo blijkt uit 'Richard III', de bijzondere filmversie van het toneelstuk van William Shakespeare. Samen met cineast Richard Loncraine verplaatste hoofdrolspeler en co-scenarist Ian McKellen de handeling naar de jaren dertig van deze eeuw.

Het beangstigende decor van uniformen, parades, vlaggen, tanks en terreur onderstreept de tijdloosheid van de manier waarop Richard gebruik maakt van de zwakheden van zijn menselijke omgeving. Medestanders houdt hij een wortel van rijkdom en macht voor, wie in de weg staat wordt verdacht gemaakt en vermoord. Geestelijkheid en lokale politici worden met loze beloften en schijnvertoningen om de tuin geleid. Boosaardigheid wordt aangewakkerd, naïviteit meedogenloos afgestraft.

Ian McKellen glorieert in die rol van duivelse manipulator, van de sluwe dictator die groeit uit de vruchtbare grond van onrust en onlust. Richard geniet van zijn sluwheid, van zijn inzicht in de kwetsbare plekken van de menselijke poppen die hij bespeelt. Hij dreigt, vleit, glimlacht, fluistert vertrouwelijk en tekent op het zelfde moment een doodvonnis.

Dat plezier deelt hij graag met ons, zijn publiek. Als deelgenoten van zijn infame plannen worden we bijna gedwongen om met hem mee te voelen. Die truc haalt Shakespeare, op zijn manier ook een rasmanipulator, ook uit bij 'Othello', waar Iago de toeschouwer in vertrouwen neemt bij zijn intriges om de gelijknamige hoofdpersoon te gronde te richten. Die snoodaard zien we binnenkort in de persoon van Kenneth Branagh, die na 'Henry V' en 'Much ado about nothing' dit jaar ook nog eens zijn versie van 'Hamlet' op het doek zal brengen.

Al worden bij het filmisch indikken van zijn stukken sommige verhaalelementen wat al te vluchtig afgewerkt, Shakespeare vaart wel bij die belangstelling van de cinema. 'Richard III', met zijn nieuwe uiterlijk en zijn vertrouwde machinaties, is daar een uitstekend voorbeeld van.

Première 20 juni 1996