Wereldpremière 'Left Luggage' in hoofdprogramma filmfestival

Berlijnse eer voor regiedebuut Jeroen Krabbé

door ERIC KOCH

Vooraf had hij even geglimlacht om de gedachte, Jeroen Krabbé. Scenarist Edwin de Vries en hij, twee joodse jongens, op het erebordes van het filmfestival van Berlijn. Een Duits eerbetoon aan Jeroens regiedebuut 'Left Luggage', de verfilming van 'Twee Koffers Vol', Carl Friedmans verhaal over de confrontatie van een jonge vrouw met haar joodse identiteit. Als acteur had hij al vaker de lopers van festivals betreden, maar nu was hij een stuk gespannener geweest. "'Left Luggage' is míjn film", zegt Krabbé. "Mijn eerste eigen werkstuk. Dat is veel persoonlijker."

"Eens temeer omdat het verhaal me na aan het hart ligt. Ik herkende veel van mijn eigen achtergrond, al speelt Friedmans verhaal in de jaren zeventig en groeide ik op in de naoorlogse jaren. In die tijd werd er nauwelijks gesproken over wat er in die vijf jaar daarvoor was gebeurd. Je werd geacht vooruit te kijken, mee te doen aan de wederopbouw. Over de tante op die foto werd niets gezegd. Kon je maar beter niet over beginnen, voelde je. Van mijn moeders kant zijn veel familieleden in concentratiekampen omgekomen."

Zoektocht

"Het gegeven van zo'n foto heb ik in de film gebruikt, zoals ik meer persoonlijke elementen heb verwerkt. Ik realiseerde me eigenlijk pas na de opnamen dat de film voor mij ook een zoektocht naar mijn eigen wortels is geweest. Een vorm van acceptatie ook en begrip voor de vorige generaties. Zoals dat meisje in de film door de gebeurtenissen haar ouders en haar achtergrond op waarde gaat schatten."

Aanvankelijk is de jonge studente Chaja (Laura Fraser) in 'Left Luggage' niet geïnteresseerd in haar familieverleden. Haar vaders verhalen heeft ze al honderd keer gehoord en moeder, die geforceerd opgewekt alleen over het heden wil praten, irriteert met haar onophoudelijke cakes en haar weefgetouw. Maar Chaja's nieuwe baantje als kinderoppas bij een orthodox joods gezin verandert haar langzaam. Haar bijzondere band met het jongste zoontje des huizes maakt Chaja begripvoller en de daaropvolgende gebeurtenissen maken ook haar omgeving opener.

Een verhaal met bijzondere dramatische mogelijkheden, realiseerde Krabbé zich bij een eerste lezing. "Edwin de Vries en ik hebben ons in eerste instantie op een onderliggende structuur geconcentreerd. Het boek haalt zijn kracht vooral uit sfeertekening en filosoferende elementen. Die belangrijke gevoelskant hebben we geprobeerd te vertalen in scènes. Edwin is er op de set altijd bijgebleven."

Vader

Ook al omdat De Vries een enkele keer Jeroens plaats achter de camera moest innemen, bij scènes waarin Krabbé de vader van het jongetje speelde. En als ook Edwin de Vries (in een bijrol) als acteur moest optreden, nam producent Ate de Jong in de regiestoel plaats. "Die kameraadschap was belangrijk voor me", vertelt Krabbé. "Ook hoofdrolspelers als Isabella Rosselini, Maximillian Schell en Marianne Sägebrecht zijn vrienden van me. Dat werkt een stuk prettiger."

Hij lacht. "En bovendien zijn ze bereid om voor een hele lage gage mee te doen. Maar ook omdat ze het verhaal en de rollen interessant vonden. Al kenden ze de achtergrond van de personages niet. Als respectievelijk Oostenrijker en Duitse wisten Schell en Sägebrecht logischerwijs meer van de andere kant. En Isabella Rosselini was bang dat ze te weinig van het milieu van de Chassidische joden kende om geloofwaardig te zijn. Maar ik kon haar overtuigen dat daar juist de uitdaging in lag. Isabella wordt bijna altijd gebruikt als er een Italiaanse sfeer, overspel en Rome aan te pas komen."

Dankbaar

"Ze was me aan het eind van de opnames dankbaar. Als je altijd dezelfde personages moet spelen, raak je je inspiratie kwijt. Je gaat vervallen in techniekjes. Om die reden kies ik liever voor interessante kleine rollen in bescheiden films dan voor dikbetaalde optredens in Hollywoodproducties. Uitzonderingen daargelaten natuurlijk. 'The Fugitive' deed ik onder meer om met Harrison Ford te kunnen werken. Hij had mij persoonlijk voor die rol uitgekozen, begreep ik."

"In Hollywood denken ze nu eenmaal in commerciële clichés. Daarom heb ik financieel nooit afhankelijk willen zijn van Amerikaanse aanbiedingen. Ik heb weinig vaste lasten, woon gewoon in een huurhuis. En als ik geld nodig mocht hebben, kan ik dat ook met mijn schilderijen verdienen."

Bij zijn regiedebuut kon Krabbé zijn schilder- en acteertalenten combineren. "In ruim dertienhonderd tekeningen heb ik van te voren de film visueel vastgelegd. Uiteenlopende schilders als Vermeer en Bonnard waren voor cameraman Walter Vanden Ende en ik een inspiratiebron bij de emotionele inkleuring van de scènes. En voor de dramatische invulling kon ik terugvallen op mijn intuïtie als acteur. Ik voel meteen aan of 't goed zit. Dat bespaart opnames en dus kosten. Belangrijk omdat we gezien de krappe financiële middelen toch al minder draaidagen hadden dan eigenlijk nodig was geweest. Die tijdsdruk vond ik het zwaarst bij deze eerste regiebeurt."

Ambitie

Naar zo'n regie werkte Krabbé al sinds zijn tienerjaren toe. Zijn moeder, Margreet Crommelin-Reiss, was een van de meest gevraagde filmvertaalsters van ons land en daarom zag de kleine Jeroen het grootste deel van het filmaanbod van die jaren. "De ambitie om films te regisseren werd vooral gevoed door de schilderachtige, persoonlijke films van Fellini", vertelt Krabbé. "Maar er komen zoveel verschillende dingen op je weg dat het er nu pas van gekomen is. Je moet dat niet forceren. Dat heb ik wel geleerd, toen ik na 'Soldaat van Oranje' een Hollywoodcarrière ambieerde. Ik heb me het vuur uit de sloffen gelopen, maar niemand leek geïnteresseerd in me. En toen ik die Amerikaanse toekomst uit mijn hoofd had gezet, kwamen er plots van alle kanten aanbiedingen."

Zo'n Hollywoodaanbieding heeft Krabbé nu ook als regisseur gekregen. "Op eerste screenings van 'Left Luggage' in Amerika is heel enthousiast gereageerd. Een studio heeft me inmiddels een grote film aangeboden. Maar ik denk niet dat ik het doe. Hollywood laat je geen enkele vrijheid. In Europa moet alles voor een habbekrats gemaakt worden, maar je kunt er je ziel en zaligheid inleggen."

Zoals in 'Left Luggage'. Een galapremière in Berlijn is een eerste beloning. Lang tijd om stil te staan bij de ontvangst heeft Krabbé niet. Vandaag trekt hij alweer naar Zuid-Afrika voor een rol in een Amerikaanse tv-film tegenover Oscarwinnares Marisa Tomei. "Natuurlijk hoop ik op een warm onthaal voor 'Left Luggage'", zegt Krabbé. "We hebben er met z'n allen keihard aan gewerkt. Maar afwijzende reacties zijn niet het einde van alles. Het leven gaat verder."

Jeroen Krabbé: "In Europa moet alles voor een habbekrats gemaakt worden, maar je kunt er je ziel en zaligheid inleggen."

Publicatie 13 februari 1998