'Blue In The Face':
Het broertje van 'Smoke'
De set stond er toch nog. Dus besloot regisseur Wayne Wang maar meteen een
vervolg te draaien op zijn prachtfilm 'Smoke'. In dat origineel toonde hij
de alledaagse belevenissen van de eenvoudige sigarenwinkelier Auggie (Harvey
Keitel), de passanten in zijn straat en de klanten van zijn nering. Geen
spektakelfilm, geen stunts en geen hevige dramatiek. Alsof de camera aanstond
op een doordeweekse dag.
'Blue In The Face', opgenomen in dezelfde set en met nog minder structuur
als 'Smoke' was een van de lievelingen van het onlangs gehouden Rotterdamse Film Festival.
Geen wonder, want ook deze 'sequel' heeft dezelfde ontroerende Carmiggelt-achtige
kijk op normale mensen met hun doodgewone besognes, nimmer te stelpen verdriet
en eigenaardige levensverwachtingen.
Een mooie parade van wereldsterren komt langs in Auggie's winkeltje. Madonna
als een Zingend Telegram, Roseanne als de echtgenoot van winkeleigenaar
Vinnie, een onherkenbare Lily Tomlin als zwerfster op zoek naar iets te
roken, Lou Reed en Michael J. Fox. Dit keer is er geen script; alleen maar
situaties die regisseur Wang en zijn scenarioschrijver Paul Auster hebben
verzonnen en waar de acteurs in kwestie mee aan de haal mochten.
Meer nog dan 'Smoke' is 'Blue In The Face' een geïmproviseerde ratjetoe
van losvaste verhaallijnen die soms samenkomen, maar vaak ook simpelweg
verlaten worden. Verhalen van de grote stad zijn het, beeldschoon en met
passie verteld. Maar ja, dat hadden we kunnen weten. Het spreekwoord zegt
immers: waar rook is, is ook vuur...
Dick van den Heuvel
Première 30 mei 1996
|