&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Woede over leugens El Al-gif

De parlementaire enquêtecommissie die de Bijlmerramp onderzoekt maakte begin februari bekend dat het gecrashte El Al-toestel boordevol gif, giftige gassen en explosieven zat.

Deze schokkende informatie was al een half uur na de crash bekend bij de luchtverkeersleiding op Schiphol, maar die verzweeg het op uitdrukkelijk verzoek van El Al. Dit werd duidelijk tijdens het verhoor van S.S. Koopmans, directeur operationele zaken van de Luchtverkeersleiding Nederland.

Tijdens het verhoor van Koopmans bleek dat deze de banden uit een kast had opgedoken en ze had beluisterd om te ontdekken of er sprake was van helikopterverkeer boven de Bijlmer vlak na de ramp. Op die tapes staan telefoongesprekken vanuit de verkeerstoren, die sinds de ramp op 4 oktober 1992 in de kast hebben gelegen en pas twee weken geleden door Koopmans aan de enquêtecommissie zijn overhandigd.

De informatie op de banden is ronduit schokkend. Een half uur na de inslag belt een medewerker van de Israëlische luchtvaartmaatschappij met de verkeerstoren en meldt dat de 'El Al 1862' "een behoorlijke hoeveelheid explosieven, cartridges (munitie), gif, gassen en brandbare vloeistoffen" aan boord had. Ook was er een niet-aangemelde passagier aan boord naast de drie bemanningsleden.

De Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al ontkent dat het bekend geworden telefoontje tot doel had de gevaarlijke lading te verzwijgen. "We hebben vanaf het begin gezegd dat wij volledig wilden meewerken met de Nederlandse autoriteiten. Dat we een half uur na de ramp hebben gebeld is daar het beste bewijs van. Waarom dat nu pas naar buiten komt, moet aan de Nederlandse autoriteiten worden gevraagd", reageerde El Al-woordvoerder N. Kleiman.

Kleiman ontkent dat El Al bij dat eerste telefoontje om geheimhouding heeft gevraagd. Het zou eerder een verzoek zijn geweest aan de luchtverkeersleiding en de Rijksluchtvaartdienst om bij de hulpverlening geen paniek te laten uitbreken. Dat het explosieve en gevaarlijke karakter van de lading niet bekend werd en er steeds is gesuggereerd dat het om een parfum zou gaan, is volgens El Al de Israëli's niet te verwijten.

Twee weken later verklaart El Al-medewerker Aaij dat hij de verkeerde lijst heeft voorgelezen en dat de giflading al in Amsterdam was uitgeladen.

Terug