Aaij: 'Ik las verkeerde lijst giflading voor'

De 'giffen, explosieven en bevroren gassen' op de vrachtlijst van de El Al-Boeing, waarmee de parlementaire enquêtecommissie Bijlmerramp heel Nederland in rep en roer bracht, waren in Amsterdam al uitgeladen en zijn dus niet verbrand samen met het toestel.

El Al-medewerker H. Aaij gaf dat op 17 februari 1999 voor de enquêtecommissie toe. Hij had tot zijn spijt een verkeerde ladinglijst met gevaarlijke stoffen voorgelezen aan de luchtverkeersleiding op Schiphol.

Ook heeft hij de verkeersleiders nooit gevraagd de achteraf onjuiste informatie over de gevaarlijke lading geheim te houden. "Dat is spraakverwarring geweest". Aaij, cargo-supervisor van El Al op de bewuste avond, kon zich aanvankelijk het telefoontje met de verkeerstoren op Schiphol niet voor de geest halen.

De enquêtecommissie confronteerde Aaij daarop met een bandopname van het veelbesproken telefoongesprek tussen hem en verkeersleider Hendriks. "Ik kan het mij niet herinneren, maar volgens mij is het mijn stem", gaf Aaij toe. Aaij, die de band met gevouwen handen en gesloten ogen aanhoorde, wijt het gat in zijn geheugen en de gemaakte fout aan de "hectiek en stress van het moment".

Hij ontkende ten stelligste dat hij de luchtverkeersleiding heeft gevraagd de informatie over de zogenaamd gevaarlijke lading geheim te houden. Dergelijke instructies waren er volgens hem niet. Enkele verkeersleiders hebben dit eerder verklaard. Als gevolg daarvan zijn zij door toedoen van minister Netelenbos (Verkeer) geschorst hangende de enquête. "Een verkeerde vermenging van emoties en gevoelens", noemde Aaij het misverstand tussen hem en de 'Toren'.