Zwaar
treinongeval in Londen
Bij
een zwaar treinongeluk in Londen komen zeker dertig mensen
om het leven en raken er enkele honderden gewond.
Het
feitelijke dodental ligt waarschijnlijk veel hoger, maar
vanwege een felle brand blijft er van een aantal slachtoffers
niets over. Vermoedelijk gaat het om ongeveer honderd
mensen.
Het
ongeluk vindt plaats in de ochtendspits wanneer een sneltrein
uit Cheltenham nagenoeg frontaal botst op een lokale stoptrein
die net het Paddington-station heeft verlaten. De voorste
treinstellen kantelen van de rails af. In enkele wagons
breekt brand uit.
Volgens
een passagier die er zonder al te veel kleerscheuren vanaf
komt, scheurde de lokale trein "als een sardineblik" open.
Een andere overlevende zat enkele weken daarvoor in een
vliegtuig dat in Bangkok van de landingsbaan raakte. "Mijn
beschermengelen maken overuren", zegt hij.
De
machinist van de lokale trein heeft twee keer een oranje
sein en een keer een rood waarschuwingssignaal genegeerd.
Laatstgenoemd signaal is berucht; nu pas blijkt dat machinisten
al jarenlang klagen dat het slecht zichtbaar is.
In
1997 deed zich op precies dezelfde plaats een botsing
voor, de zogenoemde Southall-treinramp, waarbij zeven
doden en 150 gewonden vielen. Drie wagons van de intercity
uit Cheltenham maakten nota bene deel uit van deze ramptrein.
In
tegenstelling tot de meeste andere EU-lidstaten zijn de
Britse treinen niet uitgerust met zogenoemde ATP-systemen,
waarbij de gevaartes automatisch stoppen als een rood
licht wordt genegeerd. Een investering van ruim 3
miljard in het geprivatiseerde spoornet werd vooralsnog
niet noodzakelijk geacht.
De
Britse regering treft maatregelen om het bedrijf Railtrack,
de eigenaar en beheerder van de spoorinfrastructuur, de
bevoegdheden met betrekking tot de veiligheid af te nemen.
In plaats daarvan zal een onafhankelijk orgaan worden
opgericht.
|