Nobelprijs
voor Nederlandse natuurkundigen
De
Nobelprijs voor natuurkunde wordt toegekend aan twee Nederlanders,
Gerard 't Hooft en Martinus Veltman. Ze krijgen hun prijs
voor hun bijdrage op het gebied van de quantummechanica.
Prof.
Veltman (foto rechts) deed als jong benoemd hoogleraar
in Utrecht onderzoek naar een standaardmodel voor elementaire
deeltjes. In 1969 kreeg hij hulp van de pas afgestudeerde
't Hooft, toen 22 jaar oud. Veltman was met zijn onderzoek
vastgelopen, maar dankzij een wiskundige toepassing kon
't Hooft het probleem oplossen.
In
1971 bereikten de twee de doorbraak waarnaar natuurkundigen
allang op zoek waren en die hen bijna dertig jaar later
de Nobelprijs zou opleveren. 't Hooft (foto links) werd
in 1977 in Utrecht tot hoogleraar benoemd.
Veltman,
inmiddels met emeritaat, reageert uiterst nuchter op de
onderscheiding: "Het maatschappelijk nut van mijn theorie
is nul. U zult er geen boterham minder om eten." Zijn
brede grijns verraadt echter dat de onderscheiding hem
allerminst onberoerd laat.
Voor
de theoretische natuurkunde is het onderzoek van de twee
uit 1971 echter van eminent belang. Dankzij Veltmans en
't Hoofts werk konden natuurkundigen de elementaire deeltjes
de kleinste deeltjes waaruit materie bestaat en hun onderlinge
wisselwerking in kaart brengen.
Dit zogeheten standaardmodel bracht een stortvloed van
experimenten op gang, onder meer in grote deeltjesversnellers
bij het CERN in Genève. Alle experimenten bevestigden
de theorie. Dat verklaart volgens 't Hooft waarom nu pas
de Nobelprijs wordt toegekend. "Het is de erkenning voor
het werk van toen", zegt hij.
De
prijs brengt leermeester en leerling weer samen. De twee
waren sinds de jaren tachtig uit elkaar gegroeid en hadden
nog spaarzaam contact.
De
Nobelprijs levert de wetenschappers elk 900.000 gulden
op. "Ach, dat geef ik maar aan mijn kinderen, want zelf
kan ik dat toch niet meer opmaken", zegt Veltman laconiek.
De
Nobelprijs voor de vrede wordt toegekend aan de hulporganisatie
Artsen Zonder Grenzen, de medische hulporganisatie die
in 1971 in Frankrijk werd opgericht.
Jacques
de Milliano, die vijftien jaar geleden aan de wieg van
de Nederlandse afdeling stond, is onder de indruk van
de prijs. "Het is een erkenning van ons werk. Dankzij
onze getuigenissen van schendingen van de mensenrechten
hebben we aan de vrede kunnen bijdragen." Vanuit Nederland
worden nu jaarlijks 500 vrijwilligers naar 30 landen uitgestuurd
om medische noodhulp te verlenen.
De
Duitse schrijver Günter Grass krijgt de Nobelprijs
voor literatuur. De romans Die Blechtrommel, Der Butt
en de Hundejahre behoren tot zijn bekendste werken. Hij
staat ook bekend om zijn dwarse, linkse houding. Met zijn
acties tegen de Duitse eenwording en tegen het asielbeleid
dat hij 'Barbarij onder de vlag van de democratie' noemt,
zocht hij de publiciteit.
De
Nobelprijs voor de economie gaat naar de Canadees Robert
Mundell. Hij ontwikkelde een gezaghebbende theorie over
optimale valutagebieden. De theorieën zijn koren
op de molen van de tegenstanders van de euro. De invoering
van een gemeenschappelijke munt heeft tot gevolg dat een
teruglopende export niet meer kan worden opgevangen door
devaluatie van de eigen munt.
Een
probleem, tenzij er andere mogelijkheden zijn om zo'n
schok op te vangen. Te denken valt bijvoorbeeld aan een
hoge arbeidsmobiliteit. Franse wijnboeren zullen echter
niet naar Duitsland verhuizen als de wijnexport in hun
land stagneert, zo menen de eurosceptici.
De
Duitse celbioloog Günter Blobel krijgt de Nobelprijs
voor geneeskunde voor zijn onderzoek naar eiwitten.
DE
NEDERLANDSE
NOBELPRIJS-
WINNAARS
|
1901,
SCHEIKUNDE
1902, NATUURKUNDE
1910, NATUURKUNDE
1911, VREDE
1913, NATUURKUNDE
1924, GENEESKUNDE
1929, GENEESKUNDE
1936, SCHEIKUNDE
1953, NATUURKUNDE
1969, ECONOMIE
1981, NATUURKUNDE
1984, NATUURKUNDE
1995,
SCHEIKUNDE
|
J.H.
van 't Hof
H.A. Lorentz en P. Zeeman
J.D. van der Waals
T.M.C. Asser
H. Kamerlingh Onnes
W.Einthoven
C. Eykman
P.J.W. Debije
F. Zernike
J. Tinbergen
N. Bloembergen
S. Van der Meer
P.J. Crutzen |
|