Massaal
verzet tegen rekeningrijden
Het
gehele jaar 1999 wordt beheerst door de kabinetsmaatregel
om in 2001 een begin te maken met het omstreden rekeningrijden.
Automobilisten moeten dan in de ochtendspits elektronisch
betalen.
Op
de A12 bij Harmelen zijn elf portalen over de weg gebouwd
voor een proef met rekeningrijden. In de portalen zijn
sensoren en camera's verwerkt.
In
januari start de ANWB een enorme campagne tegen invoering.
Volgens de automobilistenbond moeten de weggebruikers
straks betalen om in de file te mogen staan. "Mensen kunnen
niets anders dan in de spits in de auto zitten. Het openbaar
vervoer zit immers ook mudvol," zegt ANWB-directeur Paul
Nouwen.
Uit
een enquête blijkt dat 80% van de 4 miljoen leden
tegen is. Een telefonische steekproef van De Telegraaf
levert 98% tegenstanders en slechts 2% voorstanders op.
De
oppositie wint terrein. Het bedrijfsleven geeft de voorkeur
aan de aanleg van nieuwe betaalstroken die tegen betaling
gebruikt kunnen worden.
De
VVD komt haar autominnende aanhang tegemoet door te verklaren
dat invoering pas mag plaatsvinden als de garantie wordt
gegeven dat de files met 30% afnemen. Het CDA was al tegen.
Fractieleider Jaap de Hoop Scheffer plakt op zij oude
rode eend de sticker tegen rekeningrijden. Dat doen tienduizenden
mensen met na.
Oud-verkeersminister
Tjerk Westerterp waarschuwt dat hij de maatregel tot de
hoogste rechter zal aanvechten. Met de carpoolwisselstrook
in Muiden had hij daarmee ook succes.
Minister
Wim Kok en minister Tineke Netelenbos (Verkeer en Waterstaat)
reageren boos op zoveel weerstand. Netelenbos vindt dat
de ANWB demagogie bedrijft. Ook als het rekeningrijden
niet werkt, wil ze doorgaan. Kok is minder zuur. Hij veroordeelt
weliswaar de ANWB-actie, maar piekert er niet over zijn
lidmaatschap op te geven. "Anders ben ik straks bij pech
van alle hulp verstoken."
In
februari bemoeit PvdA-fractieleider Ad Melkert zich met
de strijd. Ook zijn aanhang staat in de file. Hij zegt
dat met de opbrengst van de elektronische tol de wegenbelasting
moet worden verlaagd.
Netelenbos
doet een beetje water bij de wijn. Ze vertelt dat de proef
zich in eerste instantie richt op de vier grote steden
die worden omsingeld met 65 tolpoorten. Ze huurt ook het
adviesbureau Berenschot in die het volk warm moet maken
voor rekeningrijden.
In
april zegt de bewindsvrouw in heel voorzichtige bewoordingen
dat het rekeningrijden niet overal wordt ingevoerd als
blijkt dat de 'toltikken' niet bijdragen in de strijd
tegen de files. Ze erkent tevens dat er onvoldoende steun
bij burgers en bedrijven bestaat. Tegelijkertijd probeert
ze Amsterdam te paaien om als proefkonijn te dienen. Een
deel van de inkomsten mag de stad in eigen zak steken.
De hoofdstad wil echter een versnelde aanleg van de 2e
Coentunnel en een snelle aanleg van de Westrandweg in
ruil voor het tolkordon.
In
oktober wordt de gemeente Utrecht door de minister gekieteld
om aan het experiment mee te doen. Ook daar zijn grote
bezwaren.
|