Henk Kroes: rots in de branding
Van onze speciale verslaggevers - LEEUWARDEN, zaterdag
Hij zegt blij te zijn als er vandaag eindelijk een winnaar van het ijs zal
stappen. "Dan verlegt de aandacht zich tenminste naar hem toe, want ik word
de laatste dagen compleet overvallen door iedereen. Het is onvoorstelbaar
hoeveel interesse men aan de dag legt voor mijn persoontje. Maar ja, het
hoort er allemaal bij..."
De 58-jarige Henk Kroes, voorzitter van de Vereniging De Friesche Elf Steden,
is de laatste dag voor de vijftiende editie van de Tocht der Tochten een
drukbezet persoon. "Er moeten nog tal van zaken geregeld worden en vanmiddag
(vrijdag, red.) nemen we met het voltallige bestuur afscheid van ons overleden
lid, de heer Andries Westerbaan. Een trieste gebeurtenis aan de vooravond
van één van de mooiste dagen uit de Friese geschiedenis, die toch wel een
smet werpt op de tocht."
De in Terkaple geboren Fries neemt ruim de tijd om tegenover deze krant
de drukste dag uit zijn leven uit de doeken te doen.
"Hoewel ik de wekker pas om 7.00 uur had gezet, was ik vanmorgen al om half
zes wakker. Slapen kon ik niet meer en met mijn vrouw Swaentsje heb ik toen
maar eens een goed gesprek gevoerd. Was er lang niet van gekomen, want de
laatste dagen hebben we elkaar nauwelijks gezien. Maar dat hebben we er
beiden voor over."
Opnieuw wordt Kroes gestoord. De BBC hangt aan de lijn. "Die heb ik vanmorgen
al te woord gestaan", zegt Kroes. "Ja, maar je hebt BBC 1 en 2", wordt er
geroepen. Lachend staat Kroes op en wandelt naar zijn zoveelste televisie-optreden.
"Ik heb de hele internationale pers al over me heen gehad. Zelfs vanuit
Australië hebben ze gebeld. Het is toch onvoorstelbaar wat zo'n tocht allemaal
losmaakt hè."
Hij heeft hoogstpersoonlijk het licht op groen gezet voor de vijftiende
Elfstedentocht uit de geschiedenis. Maar zeker van zijn zaak, zeker van
het ijs, is hij niet. "Dat ben je nooit. Dat kun je ook niet zijn. Als je
dat wilt, moet je de tocht op de baan in Heerenveen organiseren. Daar ligt
er beton onder het ijs en weet je honderd procent zeker dat er niemand door
het ijs zakt."
De lading kritiek die vorig jaar over zijn hoofd is uitgestort, heeft hem
niet onberoerd gelaten. Kroes vond het vorig jaar niet verantwoord de tocht
uit te schrijven en heel Nederland was het oneens met hem. "Ik kan niet
zonder meer stellen dat dat geen rol heeft gespeeld in de beslissing voor
dit jaar. We wilden niet weer te lang wachten. We hebben geleerd van het
verleden. Er is nooit een moment dat alle plekken even sterk zijn. Daar
moeten we maar mee leren leven. Het is een traject van 200 kilometer met
heel verschillende stukken. Voor de zwakke plekken, Sneek bijvoorbeeld,
moeten we dus een oplossing vinden. En dat hebben we dit jaar met bussen
gedaan. De wedstrijdrijders schaatsen gewoon door, maar als de grote massa
toerrijders komt, dan moeten die de bus in. Ik ben niet echt bang dat er
iets misgaat, maar ik heb wel pas echt rust als iedereen van het ijs is.
Wil ook niet nadenken over wat ik zondag ga doen. Eerst moet dit achter
de rug zijn. Mijn toekomst loopt voorlopig tot zaterdagnacht."
Ooit bond Kroes zelf de schaatsen onder om de Elfstedentocht te rijden.
Het was een slecht getimed moment van de geboren Fries, want het werd de
meest barre tocht uit de historie. In 1963 haalde slechts één procent van
de toerrijders de eindstreep. Kroes was daar niet bij. "Ik werd in Franeker
van het ijs gehaald", lacht hij.
Er wordt weer eens aan zijn jasje getrokken. De Nederlandse Spoorwegen willen
van hem weten hoe het traject precies loopt. Kroes wordt gezien als alleskunner
en allesweter. Hij excuseert zich vriendelijk en staat de vragende mensen
rustig te woord. Kroes laat zich niet gek maken. Dat weet ook zijn fietsmaat
Bert Nieuwhuis. Met z'n tweetjes hebben ze talloze Elfstedentochten gefietst
en van de zomer zijn ze zelfs naar Rome gependeld. "Henk blijft gewoon zichzelf.
Kalm", zegt Nieuwhuis. "Een perfecte voorzitter die de zaken helemaal onder
controle heeft."
Kroes komt er weer bij zitten, lacht en spreekt nogmaals zijn verbazing
uit over de hype rond de tocht. "Ik denk dat de kracht van deze tocht ook
is dat hij niet zo vaak gereden wordt en dat we echt volkomen van het weer
afhankelijk zijn. Laatst belde iemand mij op en die had een plan om de gehele
route van koelelementen te voorzien. Dan kan de tocht ieder jaar gereden
worden. Ik hoop dat soort praktijken nooit mee te hoeven maken. Dan leven
we echt in een andere wereld, als we dat gaan doen. De kracht van de Elfstedentocht
laat zich niet beschrijven. Verbaast mij ook steeds weer. Als je ziet hoeveel
pers er op ons afkomt, daar word je angstig van. Ik denk dat er zelfs bij
de ergste ramp in ons land niet zoveel fotografen, cameraploegen en verslaggevers
op de been zijn als nu hier in Friesland..."
Dan ontpopt de voorzitter zich ineens als fotograaf als hij bij de inschrijfbureaus
gaat kijken. Met verschillende mensen knoopt hij een praatje aan en wenst
ze geluk voor morgen. Een enkele maal pakt Kroes zijn fototoestel om het
gebeuren op de gevoelige plaat vast te leggen. "Ach, dat is een afwijking
van me. Ik wil bepaalde dingen vastleggen. Overigens ben ik de afgelopen
dagen niet in de gelegenheid geweest om kranten te lezen. Druk, druk, druk.
Maar een krantenboer bij ons in het dorp verzamelt alle kranten van de afgelopen
week bij elkaar. Als ik dan mijn been eens breek, kan ik ze rustig gaan
lezen. Ik verzamel overigens alles over de tocht. Wat dat betreft wordt
het hoog tijd dat ik even aan huis gekluisterd ben, want van 1986 moet ik
ook nog alles lezen..."
Een belangrijke charme van de tocht vindt Kroes het pure amateurisme. Een
leger onbetaalde vrijwilligers en geen commerciële achtergronden. "Ten eerste
willen we dat helemaal niet. We willen niets verdienen aan deze tocht. Daarnaast,
het zou niet eens kunnen. Dan moet je een hele organisatie opzetten. Met
een bureau dat de zaken behartigt. Nou, dat wordt een lekker bedrijfje dan.
Met een directeur die eens in de tien jaar een keertje gaat werken, want
de tocht wordt nu eenmaal niet iedere jaar verreden."
De koning van de elf eendags-hoofdsteden van Nederland staat op om naar
zijn volgende afspraak te gaan. Het bestuur komt bij elkaar voor een zoveelste
vergadering. "Het spijt me, maar de deuren gaan nu dicht", verontschuldigt
Kroes zich.
Na een klein uurtje verschijnt Kroes weer ten tonele en rept zich naar het
perscentrum om de media van de laatste nieuwtjes te voorzien. Het ijs is
goed. De man die normaal gesproken als directeur van natuurbeschermingsorganisatie
'It Fryske Gea' zijn dagen vult, geeft rustig en beheerst antwoord op alle
vragen die hij op zich afgevuurd krijgt. "Dat heb ik in de loop der tijd
wel geleerd. Ik weet niet of dat terecht of onterecht is, maar als de interesse
bestaat, moet je daaraan beantwoorden. Dat ben je de mensen in het land
verplicht. Iedereen wil weten hoe het precies zit; heel Nederland leeft
mee met de voorbereidingen van de tocht, dus..."
's Middags staat een minder prettige bijeenkomst op het programma als Kroes
en zijn medebestuursleden bij een crematie worden geconfronteerd met de
keiharde werkelijkheid van alledag. Het wordt een triest afscheid van medebestuurder
en vriend Andries Westerbaan.
Nadat 's avonds nog een laatste 'avondmaal' is genuttigd met de elf bestuurders
van de Vereniging De Friesche Elf Steden, staat Kroes nog eenmaal de pers
te woord, voordat hij naar zijn lieftallige echtgenote in Bozum afreist.
"Ik duik dan direct mijn bed in, want morgen rinkelt om half vier de wekker
weer. Overigens ben ik de man die het minste zal zien van de Elfstedentocht.
Ik ben de hele dag in de Expo-hal om daar beslissingen te nemen voor het
geval er zich problemen voordoen. Jammer? Ach, als al die anderen maar een
onvergetelijke dag beleven..."
|