" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT="">
4 januari 1997








De gekleurde broodzakjes van BV Ruitenberg

Van onze speciale verslaggevers - LEEUWARDEN, zaterdag

Familieberaad bij de Ruitenbergs op Nieuwjaarsdag.

René, zevende telg uit een gezin met acht kinderen, moet als kopman van de Wehkamp-ploeg naar de Elfstedentocht. Henri, de oudste, krijgt met zijn bijna veertig levensjaren de rol van superknecht en Gert, ook een broer, zorgt onderweg voor het eten.

Mooi draaiboekje, alleen die vermaledijde zakken waar het roggebrood, de ontbijtkoek en de energierepen in gestopt moeten worden... Op zich niks mis met die dingen, maar ze hebben allemaal dezelfde kleur en dat kan wel eens knap lastig worden wanneer de schaatsers op volle snelheid langs de verzorgingsposten glijden, want welk zakje is voor Henri en welke zijn voor René en de anderen van de ploeg? 't Was te laat om nieuwe te bestellen, dus zocht Gert de oplossing in huiselijke kring.

Prachtplan: alle vier zussen kregen een stapeltje zakjes mee. De oudste gooide ze in de wasmachine en deed een scheut oranje textielverf bij het laatste spoelwater: voor Henri. De jongste goot blauwe verf in haar Miele: voor René.

Henri: "Ze hebben ze ook nog even gestreken. Allemaal mooi in de plooi."

Een familiebedrijf in full-swinging-action.

En vader Ruitenberg? De oude Gerrit kreeg buikpijn van de zenuwen. Ze houden hem bewust een beetje uit de wind, de broers. Gert belde dagelijks naar Oldebroek om het stamhoofd gerust te stellen, want zijn hart heeft al een opdonder gehad en pal voor de trouwerij van René (vorig jaar, toen de Elfstedentocht ook al akelig dichtbij leek) kwam daar nog eens een lichte hersenbloeding overheen. Kwetsbaar dus, Gerrit, maar daarom niet minder gedreven. Toen de temperatuur daalde en de broers dagelijks de wekker op drie uur 's nachts zetten om te kijken hoe hard het vroor, deed pa Ruitenberg hetzelfde.

René, met het oog op de tocht uitgeweken naar motel Hurdegaryp: "Mijn vrouw is niet echt dol op dat gedoe midden in de nacht, dus ik heb de afgelopen weken regelmatig in het logeerbed geslapen. Onze vader is nog fanatieker dan wij en dat is eigenlijk onze grootste zorg. Wat uiteraard niet betekent dat we er geen spannende tocht van willen maken. Gert houdt pa wel in de gaten."

Gert, de stille kracht achter de schermen van de BV Ruitenberg. Hij laat z'n broers zelf de ontbijtkoek snijden: iedereen maakt z'n eigen hap klaar. Gert heeft de supervisie.

"Vooral op het ijs is het belangrijk dat ik familie ben. Ik pik Henri en René blind uit een groep van honderd schaatsers. Kwestie van genen. Handig, want als je niet oppast grist een vreemde een etenszak uit je handen."

Henri: "Als het om voedsel gaat, is sportiviteit vaak ver te zoeken."

Zelf is hij de eerlijkheid zelve. Altijd al geweest, ook toen hij twaalf jaar geleden op de Bonkevaart een metertje te kort kwam om Van Benthem te verslaan. Van die kopgroep van toen (Kooiman, Niesten, Van Benthem) is alleen hij nog over. Dank zij z'n jongere broertje, het talent met de sterke eindsprint. Wehkamp belde of ze hem konden contracteren. "Oké", zei René, "maar broertje moet mee." Onafscheidelijk zijn ze en dat willen ze zo houden ook.

René: "Henkie van Benthem zei dat hij Evert nooit zou laten winnen. Andersom gold hetzelfde. Onbegrijpelijk. Aardige jongens hoor, maar in mijn ogen toch ook nep-broers. Als Henri en ik samen op de streep afkomen, dan ben ik in staat om te gaan liggen, zodat hij kan winnen."

Henri: "Echte broers hebben alles voor elkaar over."

Het bewijs leverde hij tijdens het NK op natuurijs van vorig jaar. In de kopgroep reden twee sprinters: Kramer en René Ruitenberg. Grote kans dus dat zijn broertje ging winnen en daarom haalde Henri alle vluchters terug. Demonstratie van macht, die duidelijk maakte dat hij deze dag tot veel in staat was, maar de oudste peinsde er niet over om voor zichzelf te gaan rijden. René won niet, Henri bleef grijnzen.

"Het blijft natuurlijk allemaal betrekkelijk. We zijn de afgelopen dagen scheel gebeld door bedrijven die ons deze ene zaterdag voor heel veel centen wilden sponsoren. Even een ander pak aan en kassa. Doen we niet. Wehkamp is altijd goed voor ons geweest. Ik wil geen ruzie om geld."

René: "Mooi contrakkie, zakcentje voor later, da's genoeg."

Kwestie van opvoeding, die instelling. Ze zijn van huisuit vrij evangelisch. Niet extreem streng in de leer, maar wel levend met vaste normen en waarden. Gerrit was boer en een verdienstelijk kortebaanschaatser. Henri reed wel eens een rondje met hem op de bevroren uiterwaarden van de K'lucht, René stond één keer met z'n vader op de schaats. "Wedstrijdje in Oosterwolde. Ik was vijftien en won van volwassen kerels. Pa was zo trots als een aap, maar ik zag 'm rondjes rijden met die dikke buik en dacht alleen: laat hij alsjeblieft geen hartaanval krijgen."

Vandaag zijn ze allemaal samen: twintig Ruitenbergjes, in een gehuurd huisje te Friesland. Kan een mooi feest worden, als één van de twee wint. En als het mis gaat, ach, dan gaat het leven in Oldebroek gewoon door. Gisteravond hebben de broers na het eten nog even twee Jägermeistertjes naar binnen getikt.

Henri: "Zonder een beetje drank lig je op zo'n avond toch alleen maar klaar wakker naar het plafond te staren."

René: "Lekker, zo'n borreltje. Even de gekte uit de kop jagen."