Henk Angenent:
"Ook na Elfstedentocht wil ik gelukkig zijn"
Van onze speciale verslaggevers
LEEUWARDEN, maandag - De allermooiste van de allerbeste: "Voor de Elfstedentocht
was ik al gelukkig. Dat wil ik blijven." Het leven van Henk Angenent wordt
nooit meer hetzelfde. Zes jaar lang was hij één van de meest kleurrijke
marathonschaatsers, sinds een steenkoude zaterdagmiddag op de Bonkevaart
in Leeuwarden promoveerde de spruitjeskweker naar de verplichte status van
Bekende Nederlander.
Het (nood)lot van de winnaar van de Elfstedentocht. Typerend voor Henk Angenent
niet meer dan bijzaak. "Met mijn vader heb ik een bedrijf en doe mijn werk
met veel plezier. Als het moet van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat.
Aan dat ritme ben ik gewend en daar zal mijn overwinning in de Elfstedentocht
niets aan veranderen. Nu sta ik volop in de publiciteit, maar ik ga echt
niet van de ene naar de andere talk-show hollen."
Telelenzen tegen het raam tijdens het diner in Drachten, duizenden guldens
voor een handtekening, een betaalde vakantie op een tropisch eiland, aangeboden
door een roddelblad, winkelopeningen en ga zo maar door. Sinds zaterdagmiddag
is het Zuidhollandse natuurmens bestookt met talloze aanbiedingen waarmee
hij zijn banksaldo kan opvoeren. "Gelukkig heb ik sterke benen," verwijst
hij symbolisch naar zijn gespierde onderdanen. Serieus: "Mijn vrouw Sanne
en ik hebben een buitenstaander benaderd om ons te begeleiden. Zelf kunnen
wij al dit werk niet meer aan en dan spreek ik niet over de honderden telefoontjes.
Mijn sponsor Netwerk wil ons ook helpen, maar ik blijf liever onafhankelijk.
Evert van Benthem mag ik ook nog bellen voor zakelijk advies. Vooraf heb
ik geen rekening gehouden met deze stormloop. Erik Hulzebosch had zijn commerciële
draaiboek al klaar. Met zijn tweede plaats is zijn wereld ingestort. Mijn
eerste hoofdstuk moet nog geschreven worden."
De lonkende status van miljonair doet Henk Angenent niets. "Vooraf heb ik
daar nooit bij stil gestaan. Een overwinning in de Elfstedentocht, wie houdt
daar rekening mee? Bij Netwerk heb ik nog geen contract voor volgend jaar,
maar ik blijf graag. Dankzij hun uitstekende voorbereiding ben ik onderweg
prima verzorgd. Alleen op het Slotermeer waren er wat problemen."
Op de stikdonkere ijsvlakte vloog Henk Angenent met 'mijnwerker' Fausto
de Marreiros voorop richting Balk. "Fausto had een lamp op zijn hoofd. Een
mooi richtpunt voor Henk van Benthem en mij. Achter ons reden nog vier anderen.
Op het Slotermeer werden wij naar links gestuurd, de rest ging de andere
kant op. Door de sterke rugwind waren zij zo uit zicht. Even raakte ik in
paniek, ik zag De Marreiros niet meer. Ik wist, dat ik naar rechts moest
en draaide die kant op. Tussen het riet brandde een lampje. Fausto! Plotseling
reed ik weer tussen Kramer en Kleine. Zo ramden wij door en vielen er steeds
meer af."
In het ochtendgloren doken Angenent, Hulzebosch, Verduin, Henk van Benthem,
Kleine, Stam, de gebroeders Ruitenberg, Hagen, Van Meggelen, de verrassend
sterke Jan Bakker en Yep Kramer uit de schemering op. Voor Workum konden
de overige wedstrijdrijders de eindzege vergeten. Een rayonhoofd verder
waren de onderlinge verschillen al zo groot, dat er een kruis door de namen
van Kromkamp en Huitema kon worden gezet.
Voor een tunneltje in Franeker haakte de uitgeputte Hagen als eerste af.
Een onderschatte aanval van Henk van Benthem op De Ried betekende het einde
van de gebroeders Ruitenberg en de aan zijn ribben geblesseerde Yep Kramer.
Angenent: "Ik zag Verduin reageren. Even heb ik gewacht. Toen ben ik er
zelf naartoe gesprongen. Kleine ging mee, de groep werd meer en meer uitgedund.
Op weg naar Dokkum keek ik om mij heen. Wij waren nog met zijn zessen. Normaal
win ik het van deze groep, dacht ik. Waarom dan vandaag niet?"
Met de wind tegen en de wind in de rug probeerde Bert Verduin voor en na
Dokkum alleen weg te komen. Beide keren werd de Nederlands kampioen op natuurijs
teruggepakt. Na de tweede doorkomst in Bartlehiem stak Piet Kleine het vuurwerk
aan. Zeven keer versnelde de 45-jarige postbesteller. Toen was zijn laatste
Elfstedentocht voorbij.
Henk Angenent reed de meeste gaten dicht en leek daarmee zijn kansen in
de sprint te verspelen. "Bij Hulzebosch was het beste eraf. Op een paar
kilometer van de Bonkevaart zei hij al dat ik zou kunnen winnen. Hij kon
maar één keer achter Kleine aanspringen. Ik heb in de voorbereiding bewust
zoveel mogelijk kilometers gemaakt om mijn spieren te harden. Donderdag
reed ik nog de honderd kilometer van Maasland. Het is gek, maar het kostte
mij weinig moeite om steeds die gaten dicht te rijden. Op de Bonkevaart
ging Verduin ook nog eens van ver aan. Ideaal. In de sprint trok Hulzebosch
zich een paar keer aan mij op. Dat gebeurt gewoon, ik voelde aan hem dat
hij het opgaf. Op de finish werd ik bedolven, ik herinner mij alleen de
dikke zoen van staatssecretaris Terpstra, een fantastisch mens. Opeens stond
ik met mijn schaatsen op straat. Toen vond ik de drukte genoeg en heb ze
rustig uitgetrokken. Mijn schaatsen zijn mij dierbaar."
Zijn sport ook. Wekenlang trok Henk Angenent de afgelopen maanden ten strijde
tegen de scheve verhoudingen binnen het marathonpeloton. Hij was een roepende
in de woestijn. "Ik dacht dat ik het in mijn eentje van een ploeg kon winnen.
Een vergissing." Op het Friese toverijs speelde het door hem verfoeide ploegenspel
geen rol van betekenis. In het keiharde gevecht van man tegen man was Henk
Angenent gewoon de beste. De rijke geschiedenis van de Elfstedentocht heeft
een waardig opvolger van Evert van Benthem. Na een uitermate tumultueus
weekeinde toverde Henk Angenent gisteravond zijn één na beste uit zijn hoge
hoed: "Dinsdag Ursem."
|