&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Herman Troost, algemeen directeur van Nintendo Netherlands, eet, drinkt en ademt Nintendo. De 53-jarige draagt een Nintendo-polo, drinkt z'n koffie uit een Supermario-kop en wij verdenken hem ervan dat-ie 's avonds in slaap valt onder een Donkey Kong-dekbed. Het Japanse bedrijf, dat midden jaren tachtig het Nintendo Entertainment System (NES) in de huiskamers bracht en daarmee de games-industrie op de kaart zette, had geen betere veldheer voor de Nederlandse tak kunnen aanstellen. Ook wij krijgen koffie uit een Supermario-mok. Knapperige broodjes staan klaar; Troost weet hoe hij zijn gasten moet paaien. Hij zal wel moeten! Want vanuit het land van de Rijzende Zon kijken ze over z'n schouder mee. "Dat is wennen hoor", zegt hij. "Maar het is geen controle: het is gewoon die Japanse neiging om alles te willen begrijpen." Shit. Misschien hadden we wel moeten buigen, toen we Herman Troost-san begroetten? Aan de hand van de directeur lopen we door de geschiedenis van het bedrijf, dat zoveel kindertjes plezier doet met fantasierijke, en vaak ook heel kindvriendelijke, spelletjes. Troost: "Na de Tweede Wereldoorlog maakte het bedrijf voornamelijk speelkaarten. De stamvader van Nintendo, Yamauchi, zocht naar nieuwe manieren van vermaak waar zijn bedrijf zich op kon richten." Yamauchi zag dat wel heel breed: hij opende een paar 'gasthuizen' waar vriendelijke dames vermaak boden, maar had al snel door dat dát niet zijn toekomst was en keerde weer terug naar de speelkaartenfabriek. "Nintendo werd langzamerhand een specialist op het gebied van allerhande spellen. Uiteindelijk, met de voortschrijdende techniek, resulteerde die zoektocht in de eerste lcd-spelletjes, begin jaren '80. Misschien weet je het nog: die spelletjes met parachutes, de visjes en natuurlijk Donkey Kong." Niet begrijpend kijken we elkaar aan, want Roos & Spierdijk speelden in die prehistorie van de gamesindustrie nog met Lego en Playmobil. Troost neemt nog een slok koffie, plaatst zijn Supermario-mok op een angstwekkend wiebelende stapel Nintendo-papier en vervolgt: "Rond 1988 werd de 8 bits-NES ook in Nederland verkocht. Voor heel veel geld! Te veel geld, want het ding bleek met een prijs tussen de 500 en 600 al snel te duur voor de portemonnee van de gemiddelde consument. Onze filosofie werd dan ook om op de hardware weinig tot geen winst te pakken, maar juist op de software het geld te verdienen." Mooi. Goed. Prachtig. Tot Sega op de markt kwam met haar 16 bits-machine, de Megadrive. "Het heeft Nintendo veel geld gekost om die slag te winnen. De fout van Sega was ten eerste dat ze teveel hardware ontwikkelden zonder die met software te ondersteunen. Ten tweede volgde de nieuwe hardware te snel op elkaar. Ik heb het dan bijvoorbeeld over dat opzetstuk voor de Megadrive, de 32 X. Dat was dan weer de voorloper van de Saturn." Sega verslagen. Maar al snel stampte er een nieuwe Godzilla door de straten van het eens zo vreedzame Nintendo-City: Sony's PlayStation. "Heel sterk, die PlayStation. Doet het voortreffelijk", zegt Troost ietwat knarsentandend. "Toen wij met de Nintendo 64 kwamen, hadden we een achterstand van zo'n anderhalf jaar op Sony. Langzaam zijn we dat nu aan het inlopen." Een van de ontwikkelingen is dat Nintendo zich meer gaat richten op de jong-volwassenenmarkt. "We komen onder meer met Formula 1 Racing en Snowboarden." Toch verliest Nintendo de kids niet uit het oog. "Aan het eind van dit jaar komen we met de kleuren-Game Boy; het altijd populaire Zelda komt tegen die tijd ook uit op de 64... Nintendo is toch het Disney van het gamesgebeuren. Ik denk dat we ons in de toekomst ook niet zozeer op de techniek moeten richten, als wel op de spellen. Wie verzint het nieuwe ei van Columbus? Want welk spel je ook speelt: het is nog steeds Mario Bros of Tetris. Aan de andere kant komen er steeds nieuwe kinderen bij, die die 'oude' spellen als nieuw ontdekken. Dus hoef je ook niet altijd aan die vernieuwingsdrang toe te geven." Eén ei van Columbus is volgens Troost toch al gevonden: het spel Pokemon. "De nieuwste rage in Japan. Er zijn al 8,8 miljoen exemplaren verkocht in één jaar tijd. In het kort: in dit spel moet je monsters dresseren en uiteindelijk over alle monsters de baas worden. Maar: je kunt ook, met aan elkaar gekoppelde Game Boy's, monsters van je vriendje overnemen, ruilen dus. Het accent ligt op samen spelen, verzamelen en groeien in dat spel. De laatste vijf monsters moet je ook samen met iemand anders de baas worden. Echt een nieuw concept, en gewoon door drie jochies bedacht en door Nintendo geadopteerd." Troost staat op om ons uit te laten. We buigen. Gelukkig buigt de directeur mee, zodat hij niet ziet dat wij onze Supermario-mokken mee naar buiten smokkelen. Hij zal het wel begrijpen... © 1996 - 2000 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden
|