&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Daikatana: grof en wreed

Je begint op je twaalfde spellen te programmeren op een oud computertje, om vervolgens op je dertigste de absolute koning van de gameswereld te zijn. Tienduizenden gamers aanbidden je en kopen blindelings elk spel dat je maakt. Knallers als Wolfenstein, Doom en Quake leverden je miljoenen op waardoor je je nu alleen nog maar verplaatst in een knalgele Ferrari. Een droom? Nee, John Romero is de naam.

De Amerikaanse Romero is naar Amsterdam gekomen om het spel te laten zien waar hij de afgelopen twee jaar aan gewerkt heeft: Daikatana. Oorspronkelijk bedoeld als dé kaskraker van de afgelopen kerst, maar zoals dat in de gameswereld wel vaker gaat uitgesteld tot mei/juni.


Een echte prater is John Romero niet. Hij stelt zich voor, gaat achter zijn computer zitten en start zijn laatste geesteskind op. Geen eindeloze uitleg, maar gewoon spelen dat spel. Kijk, daar houden we van!

In Daikatana kruip je in de huid van Hiro Miyamoto, een biochemicus gespecialiseerd in oorlogsvoering. Kennis die verderop in het verhaal zeer goed van pas komt, want als je denkt dat deze wetenschapper gewoon een lang en gelukkig leven met huisje, boompje, beestje tegemoet gaat, dan heb je het mis. Hiro moet namelijk wat foutjes uit het verleden rechtzetten door de Daikatana te bemachtigen en de mensheid te redden van de duivelse Kage Mishima.

Met dit magische samoerai-zwaard kun je niet alleen een tegenstander perforeren, je kunt er ook mee door de tijd reizen. En dat komt natuurlijk mooi uit als je terug moet naar het verleden... Met behulp van je twee 'sidekicks' Mikiko en Superfly Johnson, ga je van het jaar 2455 terug naar 1200 voor Christus, naar 560 ná Christus, om uiteindelijk in 2030 je klus af te maken.

Arsenaal aan wapens
Zo stil als Romero even daarvoor nog was, zo luidruchtig wordt hij zodra hij een virtueel machinegeweer in zijn handen heeft. De monsters die verslagen moeten worden krijgen de nodige schuttingtaal naar hun lelijke koppen geslingerd, waarna een indrukwekkend arsenaal aan wapens het vuile werk opknapt. Romero lacht sadistisch, jaagt nog een serie kogels door het ontzielde lichaam en kijkt bevredigd naar het plasje bloed op het scherm. Plotseling wordt duidelijk waarom hij de Quentin Tarantino van de gameswereld wordt genoemd. Het kan hem niet grof en wreed genoeg zijn.

"De fout die in veel andere spellen wordt gemaakt is dat het begin niet veel van het eind verschilt", legt hij uit terwijl zijn ogen strak op het scherm gericht blijven. "De monsters en de wapens uit het eerste level zijn hetzelfde als in het laatste. Ik probeer het beter te doen. Daikatana speelt zich af in vier verschillende episodes. Elke episode ziet er anders uit en heeft zijn eigen wapens en monsters."

Met Wolfenstein 3D, Romero's grote doorbraak begin jaren 90, ontstond een nieuw genre: de 'first person shooter'. De speler is in dit soort spellen niet meer dan een hand op het scherm die het wapen vasthoudt. In veelal lugubere, donkere gangen moeten tal van monsters verslagen worden. In het geval van Wolfenstein moet de speler nazi's en hun herdershonden verslaan, toentertijd goed voor de nodige opschudding. "Wist je dat Wolfenstein in Duitsland verboden is?", vraagt Romero trots.

Eind 1996, inmiddels schatrijk door de spellen die hij maakte, begon Romero samen met een aantal andere spellenmakers die hun sporen reeds verdiend hadden, het bedrijf ION Storm. "Momenteel werk ik van 11 uur 's ochtends tot een uur of 3 's nachts. Een paar uurtjes slapen en dan weer verder." Slecht huwelijk zeker? "Nee hoor, mijn vrouw en mijn kind zijn er aan gewend. Nu is het druk omdat het spel af moet. Normaal werk ik gewoon van 9 tot 5."

De tijd dat Romero eigenhandig het spel programmeerde is echter voorbij. "Ik ben nu meer een manager. Een man of 25 werkt mijn idee uit. Ik heb de eindverantwoording. In een maand of twee heb ik een soort script gemaakt voor het spel: de verhaallijn, de wapens, de monsters, alles. De afgelopen twee jaar is dat door mijn team uitgewerkt."

Multiplayer
Daikatana kan, net als bijvoorbeeld Doom en Quake, ook multiplayer gespeeld worden: meerdere spelers mét of juist tégen elkaar. De zogenaamde 'deathmatch' is het populairst: schiet in korte tijd zoveel mogelijk tegenstanders overhoop.

Hoewel Romero inmiddels vele duizenden uren spelen achter de rug zal hebben, mag hij nog altijd graag iemand uitdagen voor zo'n deathmatch. We kunnen er dan ook niet omheen, weigeren zou onbeleefd zijn...

De demonstratie van de multiplayer-versie van Daikatana wordt een korte, oneerlijke strijd. Een grote olifant tegen twee kleine muisjes. Roemloos ten onder in recordtijd. De enkele keer dát we hem raken gooit hij er een serie termen uit die je in geen enkel woordenboek terugvindt. Maar ach... soms is verliezen niet zo erg.

TERUG NAAR INHOUD

© 1996 - 2000 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden
e-mail: redactie@telegraaf.nl