Grondslagen voor consolidatie, balanswaardering en resultaatbepaling

1. Consolidatiecriteria

In de consolidatie worden de financiële gegevens van de moedermaatschappij N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf en haar groepsmaatschappijen verwerkt.

De consolidatie geschiedt met toepassing van de grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling van de moedermaatschappij.

De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen worden volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van derden in het vermogen en in het resultaat van groepsmaatschappijen worden afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht. De resultaten van nieuw verworven groepsmaatschappijen worden geconsolideerd vanaf het tijdstip van verwerving. De resultaten van afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie verwerkt tot het tijdstip van vervreemding.

Ten aanzien van de vennootschappelijke winst- en verliesrekening van de N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf is gebruik gemaakt van de vrijstelling ex artikel 402 in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

2. Omrekening vreemde valuta

De balansposten en de resultaten betreffende de activiteiten in België worden omgerekend tegen de sedert 1 januari 1999 geldende vaste koers (B.frs. 100 = Fl. 5,46).

De deelneming in Zweden wordt aangemerkt als een zelfstandige buitenlandse eenheid.
De activa en passiva worden omgerekend tegen de koers per balansdatum, terwijl de resultaten worden omgerekend tegen de gemiddelde koers ten tijde van de transacties; het resulterende omrekeningsverschil wordt rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt.

3. Stelselwijziging

Tot en met 31 december 1999 is de goodwill bij acquisities buiten de kernactiviteiten direct ten laste van het eigen vermogen gebracht.

Gezien de gewijzigde opvattingen in het maatschappelijk verkeer over de verwerking van goodwill wordt het echter niet langer aanvaardbaar geacht om goodwill ten laste van het eigen vermogen te brengen.
Om bovenstaande reden wordt met ingang van 1 januari 2000 alle bij aquisities betaalde goodwill in maximaal twintig jaar afgeschreven ten laste van het resultaat.

In 1999 en in 2000 hebben geen acquisities plaatsgevonden buiten de kernactiviteiten, zodat de stelselwijziging geen invloed heeft op de omvang en samenstelling van het vermogen en het resultaat. De in het verleden direct ten laste van het eigen vermogen verwerkte goodwill is niet met terugwerkende kracht geactiveerd.

4. Balanswaardering

Immateriële vaste activa
Goodwill, zijnde hetgeen bij de acquisitie van deelnemingen, ondernemingsactiviteiten en
uitgaverechten betaald wordt boven de waarde op het tijdstip van verwerving, wordt in maximaal twintig jaar afgeschreven ten laste van het resultaat. De waarde op het tijdstip van verwerving wordt bepaald op basis van de reële waarde van de overgenomen (onderliggende) activa en passiva.

Materiële vaste activa
De waardering van deze activa geschiedt tegen de aanschaffingswaarde, verminderd met de lineaire afschrijvingen, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. Deze percentages luiden als volgt:

Op bedrijfsgebouwen wordt afhankelijk van aard of bestemming 4% of 5% per jaar afgeschreven.
De afschrijvingspercentages op machines en installaties variëren van 10% tot 20% per jaar.
Voor de andere vaste bedrijfsmiddelen is het algemene afschrijvingspercentage 20% per jaar.
Productiemiddelen met een snelle technische en/of economische veroudering worden in drie jaar afgeschreven.

De afgekochte erfpachtcanon van de terreinen wordt overeenkomstig de looptijd van het desbetreffende erfpachtcontract afgeschreven. Op grond wordt niet afgeschreven.

Vaste activa in uitvoering worden gewaardeerd tegen de gecontracteerde bedragen inzake nieuwbouw, machines en installaties.

Financiële vaste activa
Deelnemingen waarop N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf invloed van betekenis kan uitoefenen, worden gewaardeerd tegen het aandeel in de nettovermogenswaarde, berekend volgens de grondslagen van de moedermaatschappij.
De overige deelnemingen worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde.
De langlopende vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen.

Voorraden
De papiervoorraden worden voor zover het reeds in voorgaande jaren aanwezige hoeveelheden betreft, gewaardeerd tegen de inkoopprijs van die jaren of lagere marktprijs per balansdatum en voor het meerdere tegen de laagste van inkoopprijs en marktprijs. De overige voorraden worden gewaardeerd tegen inkoopprijs of lagere marktwaarde.
Voor incourante voorraden wordt een voorziening getroffen.
De post onderhanden werk betreft het onderhanden zijnde drukwerk, gewaardeerd tegen voorcalculatorische kostprijs. In deze kostprijs worden opgenomen de arbeidskosten, het materiaalverbruik, de machinekosten, alsmede een toeslag voor indirecte kosten.

Vorderingen
De vorderingen worden opgenomen voor het nominale bedrag, voor zover nodig verminderd met voorzieningen voor het risico van oninbaarheid.

Effecten
De effecten worden gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde of lagere beurskoers per balansdatum.

Liquide middelen
Deze worden voor het nominale bedrag opgenomen.

Kortlopende en langlopende schulden
Kortlopende en langlopende schulden worden opgenomen voor het nominale bedrag.

Voorzieningen
De voorziening voor latente belastingverplichtingen betreft de uitgestelde belastingverplichting over het verschil tussen de commerciële en fiscale waardering van activa en passiva. Eventuele uitgestelde belastingvorderingen worden gecompenseerd met de uitgestelde belastingschulden.
De berekening van deze tegen de nominale waarde opgenomen verplichting geschiedt tegen het actuele vennootschapsbelastingpercentage.

De voorziening voor vervroegd uittreden (VUT) wordt opgenomen tegen de contante waarde ter zake van de verplichting tot suppletie van boven de VUT-uitkeringsgrens te betalen bedragen.
De verplichting tot suppletie betreft een periode van drie tot vijf jaar tot de 65-jarige leeftijd. De voorziening wordt actuarieel berekend op basis van 5%.
De voorziening suppletie pensioenen omvat de contante waarde van de toegekende pensioenen en te betalen pensioenpremies van langdurig zieken, alsmede de contante waarde van het door de onderneming te betalen aandeel in de ziektekostenverzekering van gepensioneerden.
De voorziening wordt actuarieel berekend op basis van 4% (langdurig zieken), respectievelijk 5% (gepensioneerden).
De voorziening suppletie WAO-uitkeringen omvat de toeslag op het salaris van werknemers, van wie het dienstverband wordt bee•ndigd in verband met een definitieve arbeidsongeschiktheidsuitkering. De voorziening wordt actuarieel berekend op basis van 5%.

De reorganisatievoorziening hangt voornamelijk samen met de overname van Uitgeversmaatschappij De Limburger B.V. per 15 mei 2000. De voorziening betreft verplichtingen ter zake van verhuizing, om-, her- en bijscholing, arbeidsbemiddeling en afvloeiing. Bij de berekening van de goodwill is deze voorziening in aanmerking genomen.

5. Resultaatbepaling  

De omzet is de aan derden berekende opbrengst van prestaties geleverd in het boekjaar na aftrek van de omzetbelasting en verleende kortingen.
Winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn verwezenlijkt.
Kosten en risico's, die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar, worden in acht genomen voor zover ze voorzienbaar zijn.
Onder opbrengst deelnemingen wordt, voor wat betreft de deelnemingen waarop invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, het aandeel in het resultaat over het boekjaar opgenomen.
Voor de overige deelnemingen wordt het ontvangen dividend opgenomen onder opbrengst deelnemingen; indien er sprake is van dividend op preferente aandelen, wordt dit reeds in aanmerking genomen in het jaar waarin het recht op dit dividend ontstaat, tenzij ontvangst niet zeker is.
De vennootschapsbelasting wordt berekend over het resultaat, rekening houdend met fiscale faciliteiten, waaronder de deelnemingsvrijstelling en rekening houdend met fiscaal niet aftrekbare bedragen. Het verschil met de verschuldigde belasting volgens de fiscale winstberekening wordt tot uitdrukking gebracht in de voorziening latente belastingverplichtingen.

Buitengewone baten en lasten vloeien voort uit handelingen en gebeurtenissen die niet karakteristiek zijn voor het bedrijf en derhalve een relatief incidenteel karakter hebben.

6. Geconsolideerd kasstroomoverzicht 

Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode.
De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en effecten. De effecten kunnen worden beschouwd als zeer liquide beleggingen. Kasstromen in vreemde valuta worden omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers.

Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten.

De verkrijgingsprijs van verworven groepsmaatschappijen wordt opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De in verworven groepsmaatschappijen aanwezige geldmiddelen worden op de aankoopprijs in mindering gebracht.

7. Gesegmenteerde informatie

De gesegmenteerde informatie wordt opgesteld op basis van dezelfde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling als worden toegepast voor de opstelling en presentatie van de geconsolideerde jaarrekening.

Activa die gezamenlijk door twee of meer segmenten worden gebruikt, worden slechts aan segmenten toegerekend indien de aan deze activa gerelateerde opbrengsten en kosten eveneens aan deze segmenten worden toegerekend.

Als primaire segmentatiebasis worden de bedrijfssegmenten gehanteerd.

8. Winst per aandeel

De winst per aandeel wordt berekend door het aan houders van gewone aandelen toekomende deel van het resultaat over het boekjaar te delen door het gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen gedurende het boekjaar.