&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Grondslagen van consolidatie, balanswaardering en resultaatbepaling

1. Consolidatiecriteria

In de consolidatie worden de financiële gegevens van N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf en haar groepsmaatschappijen verwerkt.

De consolidatie geschiedt met toepassing van de grondslagen voor balanswaardering en resultaat-bepaling van de moedermaatschappij.

De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van derden in het vermogen en in het resultaat van groepsmaatschappijen zijn afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht. De resultaten van nieuw verworven groepsmaatschappijen worden geconsolideerd vanaf het tijdstip van verwerving. De resultaten van afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie verwerkt tot het tijdstip van vervreemding. Vennootschappen, waarin N.V. Holdingmaatschappij DeTelegraaf voor minder dan 50% deelneemt, worden niet meegeconsolideerd.

Ten aanzien van de vennootschappelijke winst-en-verliesrekening van de N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf is gebruik gemaakt van de vrijstelling ex artikel 402 in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

2. Omrekening vreemde valuta

De balansposten en de resultaten betrekking hebbend op Belgische franken worden voor wat betreft de vlottende activa en kortlopende schulden per 31 december van enig jaar gewaardeerd op de koers per die datum.

1998: B.frs. 100 = ƒ 5,46
1997: B.frs. 100 = ƒ 5,44

Bij de omrekening van de vaste activa c.q. langlopende schulden wordt de omrekenkoers in het jaar van ontstaan gehanteerd. De koersverschillen worden verwerkt in de winst- en verliesrekening.

3. Balanswaardering

Immateriële vaste activa
Goodwill, zijnde hetgeen bij de acquisitie van deelnemingen, ondernemingsactiviteiten en uitgave-rechten betaald wordt boven de volgens de waarderingsgrondslagen van N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf bepaalde nettovermogenswaarde, wordt als volgt in de jaarrekening verwerkt:

- Bij acquisities binnen de kernactiviteiten van het concern wordt de goodwill in maximaal twintig jaar afgeschreven ten laste van het resultaat, dan wel ten laste van de reserves;
afschrijving ten laste van de reserves vindt uitsluitend plaats voor wat betreft goodwill inzake deel-nemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend en waarbij het aandeel in de niet uitgekeerde winst direct ten gunste van de reserves wordt gebracht.
- Bij acquisities buiten de kernactiviteiten wordt de goodwill direct ten laste van het eigen vermogen gebracht.

Materiële vaste activa
De waardering van deze activa geschiedt tegen de aanschaffingswaarde, verminderd met de lineaire afschrijvingen, in het algemeen berekend op basis van fiscaal toegestane afschrijvingspercentages.

Deze percentages luiden als volgt:
Op gebouwen wordt afhankelijk van aard of bestemming 4% of 5% per jaar afgeschreven.
De afschrijvingspercentages op machines en installaties variëren van 10% tot 20% per jaar.
Voor de andere vaste bedrijfsmiddelen is het algemene afschrijvingspercentage 20% per jaar.
Productiemiddelen met een snelle technische en/of economische veroudering worden in drie jaar afgeschreven.

De afgekochte erfpachtcanon van de terreinen wordt overeenkomstig de looptijd van het desbetreffende erfpachtcontract afgeschreven.
Op grond wordt niet afgeschreven.
Vaste activa in uitvoering:
Deze post betreft de gecontracteerde bedragen inzake nieuwbouw, machines en installaties.

Financiële vaste activa
Deelnemingen waarop N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf invloed van betekenis kan uitoefenen, worden gewaardeerd tegen het aandeel in de nettovermogenswaarde, berekend volgens de grond-slagen van de moedermaatschappij.

Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, doch waarmee een strategisch belang is gemoeid, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode, op basis van de laatst beschikbare gegevens van deze deelnemingen, waarbij de waarde zo veel mogelijk wordt bepaald op basis van de waarderingsgrondslagen van de moedermaatschappij. Ontvangen divi-denden worden als resultaat deelnemingen verantwoord; de overige mutaties in de waarde worden direct ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht.

De langlopende vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen.

Voorraden
De papiervoorraden worden voor zover het reeds in voorgaande jaren aanwezige hoeveelheden betreft, gewaardeerd tegen de inkoopprijs van die jaren of lagere marktprijs per balansdatum en voor het meerdere tegen de laagste van inkoopprijs en marktprijs. De overige voorraden worden gewaardeerd tegen inkoopprijs of lagere marktwaarde.

Voor incourante voorraden wordt een voorziening getroffen.

De post onderhanden werk betreft het onderhanden zijnde drukwerk, gewaardeerd tegen voorcalcu-latorische kostprijs. In deze kostprijs worden opgenomen de arbeidskosten, het materiaalverbruik, de machinekosten, alsmede een toeslag voor indirecte kosten.

Vorderingen
De vorderingen worden opgenomen voor het nominale bedrag, voor zover nodig verminderd met voorzieningen voor het risico van oninbaarheid.

Effecten
De effecten worden gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde of lagere beurskoers per balansdatum.

Liquide middelen
Deze worden voor het nominale bedrag opgenomen.

Kortlopende schulden
Deze verplichtingen worden opgenomen voor het nominale bedrag.

Voorzieningen
Latente belastingverplichtingen:
Deze post betreft de uitgestelde belastingverplichting over het verschil tussen de commerciële en fiscale waardering van activa en passiva. Eventuele uitgestelde belastingvorderingen worden gecom-penseerd met de uitgestelde belastingschulden.

De berekeningen van deze tegen de nominale waarde opgenomen verplichting geschiedt tegen het actuele vennootschapsbelastingpercentage.

Vervroegd uittreden (VUT):
Deze post betreft de actuarieel op basis van 5% (1997: 7%) rekenrente berekende contante waarde ter zake van de verplichting tot suppletie van boven de VUT-uitkeringsgrens uit te betalen bedragen, voor degenen die minder dan vijftien jaar van de VUT-leeftijd verwijderd zijn.
Dit betreft een periode van drie tot vijf jaar tot de 65-jarige leeftijd.

Suppletie pensioenen:
Deze voorziening betreft de actuarieel op basis van 4% rekenrente berekende contante waarde van toegekende pensioenen en te betalen pensioenpremies van langdurig zieken, alsmede het door de onderneming te dragen aandeel - op basis van een rekenrente van 5% (1997: 7%) - in de ziekte-kostenverzekering van gepensioneerden.

Suppletie WAO-uitkeringen:
Deze post betreft een voorziening inzake een toeslag op het salaris van werknemers met wie in verband met een definitieve arbeidsongeschiktheidsuitkering het dienstverband wordt beëindigd.

4. Resultaatbepaling

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de netto-omzet en de kosten hiervan over het jaar, met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingssystemen.

De netto-omzet is de aan derden berekende opbrengst van prestaties geleverd in het boekjaar na aftrek van de omzetbelasting en verleende kortingen en aangepast met de mutatie voor onderhanden werk. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn verwezenlijkt.

Kosten en risico's, die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar, worden in acht genomen voor zover ze voorzienbaar zijn.

Onder opbrengst deelnemingen wordt voor wat betreft de deelnemingen waarop invloed van betekenis kan worden uitgeoefend het aandeel in het resultaat over het boekjaar opgenomen.

Voor de overige deelnemingen wordt het ontvangen dividend opgenomen onder de opbrengst deelnemingen.

De vennootschapsbelasting wordt berekend over het resultaat, rekening houdend met fiscale faciliteiten, waaronder de deelnemingsvrijstelling en rekening houdend met fiscaal niet aftrekbare bedragen.

Het verschil met de verschuldigde belasting volgens de fiscale winstberekening wordt tot uitdrukking gebracht in de voorziening latente belastingverplichtingen.

Buitengewone baten en lasten:
Buitengewone baten en lasten vloeien voort uit handelingen en gebeurtenissen die niet karakteris-tiek zijn voor het bedrijf en derhalve een relatief incidenteel karakter hebben.

5. Grondslagen voor de opstelling van het
geconsolideerde kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode.

De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en effecten. De effecten kunnen worden beschouwd als zeer liquide beleggingen. Kasstromen in vreemde valuta worden omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers.

Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten.

De verkrijgingsprijs van verworven groepsmaatschappijen wordt opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voorzover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De in verworven groeps-maatschappijen aanwezige geldmiddelen worden op de aankoopprijs in mindering gebracht.