TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE
BALANS EN WINST- EN VERLIESREKENING
Grondslagen van consolidatie, balanswaardering
en resultaatbepaling
1. Consolidatiecriteria
In de consolidatie worden betrokken de financiële gegevens van de N.V.
Holdingmaatschappij De Telegraaf en haar dochtermaatschappijen.
De consolidatie geschiedt volgens de grondslagen van balanswaardering en
resultaatbepaling van de moedermaatschappij, voor zover van toepassing wordt
het aandeel van derden in het eigen vermogen afzonderlijk tot uiting gebracht.
Vennootschappen waarin de N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf voor minder
dan 50% deelneemt, worden niet meegeconsolideerd.
2. Omrekening vreemde valuta
De balansposten en de resultaten betrekking hebbend op Belgische franken
worden voor wat betreft de vlottende activa en kortlopende schulden per
31 december van enig jaar gewaardeerd op de koers per die datum.
1995: B.frs. 100 = f5,45
1994: B.frs. 100 = f5,45
Bij de omrekening van de vaste activa c.q. langlopende schulden wordt de
omrekenkoers in het jaar van ontstaan gehanteerd.
De koersverschillen worden verwerkt in de winst- en verliesrekening.
3. Balanswaardering
Immateriële vaste activa
Goodwill, zijnde hetgeen betaald is boven de volgens de waarderingsgrondslagen
van De Telegraaf bepaalde nettovermogenswaarde, wordt als volgt in de jaarrekening
verwerkt:
- Goodwill betaald bij acquisities van deelnemingen, die behoren tot de
kernactiviteiten van het concern, wordt in (maximaal) vijf jaar afgeschreven
ten laste van het resultaat.
Op deze afschrijvingen wordt de vermogensaanwas van de betreffende deelneming
in mindering gebracht, voor zover deze betrekking heeft op de ingehouden
winsten.
- Goodwill betaald bij acquisities van deelnemingen die niet behoren tot
de kernactiviteiten wordt ineens ten laste van het eigen vermogen gebracht.
Materiële vaste activa
De waardering van deze activa geschiedt tegen de aanschafwaarde, verminderd
met de lineaire afschrijvingen, in het algemeen berekend op basis van fiscaal
toegestane afschrijvingspercentages.
Deze percentages luiden als volgt:
Op gebouwen wordt afhankelijk van aard of bestemming 4% of 5% per jaar
afgeschreven.
De afschrijvingspercentages op machines en installaties variëren van 10%
tot 20% per jaar.
Voor de andere vaste bedrijfsmiddelen is het algemene afschrijvingspercentage
20% per jaar. Produktiemiddelen met een snelle technische of economische
veroudering worden in 3 jaar afgeschreven.
De afgekochte erfpachtcanon van de terreinen wordt overeenkomstig de looptijd
van het desbetreffende erfpachtcontract afgeschreven.
Op grond wordt niet afgeschreven.
Vaste activa in uitvoering:
Deze post betreft de gecontracteerde bedragen inzake nieuwbouw, machines
en installaties.
Financiële vaste activa
Deelnemingen waarop de N.V. Holdingmaatschappij De Telegraaf invloed van
betekenis kan uitoefenen worden gewaardeerd tegen de nettovermogenswaarde,
berekend volgens de grondslagen van de moedermaatschappij.
Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend,
doch waarmee een strategisch belang is gemoeid, worden gewaardeerd tegen
de zichtbare waarde op basis van historische kostprijs volgens de laatst
beschikbare gegevens van deze deelneming, ook daarbij worden, voor zover
mogelijk, de grondslagen van de moedermaatschappij toegepast.
De langlopende vorderingen worden tegen nominale waarde onder aftrek van
de noodzakelijk geachte voorzieningen opgenomen.
Voorraden
De papiervoorraden worden, voor zover het betreft reeds in voorgaande jaren
aanwezige hoeveelheden, gewaardeerd tegen de inkoopprijs van die jaren of
lagere marktprijs per balansdatum en voor het meerdere tegen de laagste
van inkoopprijs en marktprijs. De overige voorraden worden gewaardeerd tegen
inkoopprijs of lagere marktwaarde.
Voor incourante voorraden wordt een voorziening getroffen.
De post onderhanden werk betreft het onderhanden zijnd, tegen voorcalculatorische
kostprijs gewaardeerd, drukwerk. In deze kostprijs worden opgenomen de arbeidskosten,
het materiaalverbruik, de machinekosten, alsmede een toeslag voor indirecte
kosten.
Vorderingen
De vorderingen worden opgenomen voor het nominale bedrag, voor zover nodig
verminderd met voorzieningen.
Effecten
De effecten worden gewaardeerd tegen de aanschafwaarde of lagere beurskoers
per balansdatum.
Liquide middelen
Deze worden voor het nominale bedrag opgenomen.
Kortlopende schulden
Deze verplichtingen worden opgenomen voor het nominale bedrag.
Voorzieningen
Latente belastingverplichtingen:
Deze post betreft de uitgestelde belastingverplichting over het verschil
tussen de commerciële en fiscale waardering van activa en passiva. De uitgestelde
belastingvorderingen worden gecompenseerd met de uitgestelde belastingschulden.
De berekening van deze nominale verplichting geschiedt tegen het actuele
vennootschapsbelastingpercentage.
Vervroegd uittreden (VUT):
Deze post betreft de actuarieel op basis van 7% (1994: 7%) rekenrente berekende
contante waarde ter zake van de verplichting tot suppletie van boven de
VUT-uitkeringsgrens uit te betalen bedragen, voor degenen die minder dan
15 jaar van de VUT-leeftijd verwijderd zijn. Dit betreft een periode van
3 tot 5 jaar tot de 65-jarige leeftijd.
Suppletie pensioenen:
Deze voorziening betreft de actuarieel op basis van 4% rekenrente berekende
contante waarde van toegekende pensioenen en pensioenpremies van langdurig
zieken, alsmede het door de onderneming te dragen aandeel - op basis van
een rekenrente van 7% (1994: 7%) - in de ziektekostenverzekering van gepensioneerden.
Suppletie WAO-uitkeringen:
Deze post betreft een voorziening inzake een toeslag op het salaris van
werknemers met wie in verband met een definitieve arbeidsongeschiktheidsuitkering
het dienstverband wordt beëindigd.
WIR-egalisatierekening
De bijdrage ingevolge de Wet op de investeringsrekening is op deze rekening
gepassiveerd en zal in termijnen - analoog aan de afschrijvingsduur, maar
niet langer dan tot aan het moment dat bij verkoop geen terugbetalingsverplichting
meer bestaat - ten gunste van de winst- en verliesrekening worden gebracht.
4. Resultaatbepaling
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de netto-omzet en de
kosten hiervan over het jaar, met inachtneming van de hiervoor vermelde
waarderingssystemen.
De netto-omzet is de aan derden berekende opbrengst van prestaties geleverd
in het boekjaar na aftrek van de omzetbelasting en verleende kortingen en
aangepast met de mutatie voor onderhanden werk.
Winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn verwezenlijkt.
Kosten en risico's, die hun oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar,
worden in acht genomen voor zover ze voorzienbaar zijn.
Onder opbrengst deelnemingen wordt het ontvangen dividend verantwoord.
De vennootschapsbelasting wordt berekend over het resultaat, rekening houdend
met fiscale faciliteiten, waaronder de deelnemingsvrijstelling. Het verschil
met de verschuldigde belasting volgens de fiscale winstberekening wordt
tot uitdrukking gebracht in de voorziening latente belastingverplichtingen.
|