Geen finale, geen wereldgoud. Braziliaan Junior Baiano heft de handen ten hemel na de mislukte strafschop van Phillip Cocu, een
sterk saamhorig Oranje voelt de bui al hangen. Een rake penalty van de Braziliaanse aanvoerder Dunga en een misser van Ronald de Boer (7)
later is de gouden droom voorbij. Na 120 minuten voetbal in de halve finale tegen Brazilië (1-1) sneuvelt de hechte eenheid van
bondscoach Guus Hiddink op een penaltystip in Marseille.
De lievelingen van Nederland huilen in de middencirkel. Ze gingen zoals de Brazilianen eerder op de avond kwamen: verstrengeld als
onafscheidelijke voetbalbroers. Met een vierde plaats neemt Nederland na de verloren troostfinale tegen Kroatië vrij geruisloos
afscheid van het mega-evenement dat over de hele wereld honderden miljoenen kijkers trekt. Oranje blijft desondanks in de herinnering als
de smaakmaker van het WK voetbal in Frankrijk, waar het thuisland zichzelf tot wereldkampioen kroonde ten koste van voorganger
Brazilië.
Het WK'98 gaat de geschiedenis in als het toernooi van de prachtige sportieve hoogtepunten, van de hoge kijkcijfers, van het
elektronische bordje met de resterende speeltijd, maar ook van de chaotische kaartjesverkoop, van de supportersrellen in de Franse
steden, van het drama in Lens waarbij Duitse hooligans gendarme en huisvader Daniel Nivel in coma sloegen. Het was vooral het toernooi
van Zinedine Zidane, die Frankrijk aan wereldgoud hielp. En daar kon Oranje niets tegen inbrengen.