Eigen
woning
De
fiscus introduceert in 2001 het 'eigenwoningforfait'. Dat
is de nieuwe naam van het huidige huurwaardeforfait. Voor
de eigen eerste woning blijft de systematiek gelijk. De hypotheekrente
blijft aftrekbaar en bij het inkomen moet jaarlijks het eigenwoningforfait
worden opgeteld.
Momenteel
bedraagt het huurwaardeforfait 1,25% van de door de gemeente
bepaalde waarde van het huis. Volgend jaar zal het eigenwoningforfait
0,8% bedragen. Het percentage is door het kabinet verlaagd
gezien de fors gestegen waarde van vrijwel alle koophuizen
in Nederland. De waarde die huiseigenaren de afgelopen vier
jaar hebben gebruikt voor de aangifte inkomstenbelasting,
wordt namelijk per 1 januari 2001 aangepast.
Alle
gemeenten hebben de afgelopen maanden de huizen opnieuw getaxeerd
voor de onroerende-zaakbelasting. Dit gebeurt op grond van
de wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Deze zogeheten WOZ-waarde
is niet alleen van belang voor het bepalen van de hoogte van
de onroerende-zaakbelasting, maar ook voor het berekenen van
de hoogte van het eigenwoningforfait.
Per huishouden kan er maar één eerste eigen woning zijn.
Wanneer twee gehuwden elk een eigen huis hebben, kan slechts
één van deze woningen als eerste eigen woning worden beschouwd.
In het nieuwe fiscale stelsel mogen gehuwden, samenwonenden
en naaste familieleden die bij elkaar wonen (bijvoorbeeld
een broer en een zus) als partners worden beschouwd die ieder
voor zich belastingaangifte doen, maar wel gezamenlijke uitgaven
en inkomsten naar eigen inzicht verdelen. De partners mogen
dus onderling uitmaken wie welke aftrekposten en bijtellingen
voor zijn of haar rekening neemt.
Echter,
bij de eerste eigen woning kan het nooit zo zijn dat de ene
partner alleen de hypotheekrenteaftrek neemt en de andere
partner alleen het eigenwoningforfait bij zijn of haar inkomen
optelt. Zou dat worden toegestaan, dan zou degene met het
hoogste inkomen de renteaftrek nemen omdat hij dan tegen het
hoogste belastingtarief aftrekt, hetgeen netto meer voordeel
oplevert. Dan zou degene met het laagste inkomen het eigenwoningforfait
bij het inkomen optellen, omdat de bijtelling in dat geval
tegen een lager tarief plaats vindt, hetgeen netto ook gunstig
is. Bij de eerste eigen woning gaat het derhalve om het saldo
van de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait.
Het tweede huis valt geheel buiten de eigenwoningregeling.
Nadeel hiervan is dat de rente op een hypotheek voor het tweede
huis niet meer aftrekbaar is. Hiervoor geldt geen overgangstermijn.
Het voordeel van de nieuwe situatie is dat er voor het tweede
huis geen eigenwoningforfait hoeft te worden betaald. Bovendien
zijn alle inkomsten uit verhuur volledig vrijgesteld van belasting.
Het kan voor eigenaren dus zeer interessant worden hun tweede
woning (vaker) te gaan verhuren.
Het
kan soms gebeuren dat iemand tijdelijk twee woningen bezit.
Dat is vooral het geval in de fase waarin een eigenaar zijn
huis te koop zet nadat hij een ander huis heeft gekocht. Of
wanneer iemand een nieuwbouwhuis heeft gekocht. In deze situaties
gaat de fiscus ervan uit dat het eigendom van twee huizen
vrijwel onvermijdelijk is. De andere woning wordt dan niet
als tweede huis beschouwd voor een periode van maximaal twee
jaar. Gedurende deze termijn is de hypotheekrente over beide
huizen volledig aftrekbaar en hoeft over de andere woning
geen eigenwoningforfait bij het inkomen te worden opgeteld.
Meer
informatie over eigen huis bij Acadium *
|