Beroepskosten
Werknemers
kunnen per 1 januari 2001 geen beroepskosten meer aftrekken,
uitgezonderd de 'zeedagenaftrek' voor zeevarenden. Indien
u bijzondere beroepskosten heeft, laat deze dan nog neerslaan
in het kalenderjaar 2000. Komt u met uw beroepskosten die
niet door uw werkgever zijn vergoed, uit boven het huidige
arbeidskostenforfait van ruim 3000 gulden, dan kunt u over
het jaar 2000 nog het meerdere aftrekken. Althans, als de
beroepskosten voorkomen in de rij aftrekposten die de fiscus
hanteert. U kunt namelijk niet elke willekeurige uitgave van
uw inkomen aftrekken.
In principe zijn de volgende beroepskosten over 2000 nog (al
dan niet voor een gedeelte) aftrekbaar, voor zover zij boven
het arbeidskostenforfait uitkomen en kunnen worden aangetoond
met bonnetjes, administratie et cetera:
- vakliteratuur
(boeken, vaktijdschriften, abonnementen);
- kosten
cursussen voor het beroep;
- kosten
bijwonen congressen en symposia voor het beroep;
- schrijf-
en kantoormateriaal;
- afschrijving
computer, rekenmachine en dergelijke, minus een drempel
van 800 gulden per jaar;
- verhuiskosten
die voor het werk zijn gemaakt: transportkosten volledig
aftrekbaar, de overige kosten 12 procent van het inkomen
tot maximaal 12.000 gulden;
- kosten
studeer- en werkkamer als hier meer dan 70 procent van het
inkomen is verdiend (aftrekbaar is 20 procent van de huurwaarde);
- lidmaatschappen
van beroeps- of vakverenigingen, ondernemingsraad/dienstcommissie;
- sollicitatiekosten;
- kosten
zakelijke ritten met eigen auto (60 cent per kilometer);
- gesprekskosten
zakelijke telefoongesprekken;
- aanschaf
en onderhoud werkkleding. Let op: werkkleding moet aan bepaalde
normen voldoen. Zo moet er een logo van het bedrijf of de
organisatie op zitten, tenzij het om 'echte' werkkleding
gaat, zoals een overall;
- extra
energiekosten door onregelmatig werk;
- zakelijke
reis- en overnachtingskosten;
- kosten
zakelijke creditcard;
- onvergoede
benzinekosten van de auto van de zaak;
- proces-
en advocaatkosten in verband met ontslag;
- deurwaarderskosten;
- tijdelijke
huisvesting buiten uw woonplaats.
Over
de hoogte van de aftrekbaarheid is menig robbertje gevochten
tussen belastingbetalers en de fiscus. Over het algemeen geldt
dat de aftrekbare kosten niet hoger mogen zijn dan 'hetgeen
gebruikelijk' is en dat de kosten worden vergeleken met personen
die in hetzelfde soort omstandigheden verkeren.
Vrije
vergoedingen en verstrekkingen
Per 1 januari 2001 blijft wel de mogelijkheid bestaan
dat werkgevers voor sommige uitgaven en zaken (al dan niet
gedeeltelijke) onbelaste vergoedingen aan hun personeel te
geven. In het nieuwe belastingstelsel heet dit 'vrije vergoedingen
en verstrekkingen'.
Bij
'vrije vergoedingen' valt te denken aan uitgaven die werknemers
doen voor:
- relatiegeschenken;
- reis-
en verblijfskosten voor excursies en studiereizen;
- deelname
aan congressen en seminars;
- vakliteratuur;
- computers
tot 5000 gulden (2270 euro);
- gereedschap;
- kosten
voor advocaten en deurwaarders;
- werkkleding;
- overnachtingen
in hotels;
- reiskosten
met de eigen auto, taxi of openbaar vervoer;
- kantoor-
en schrijfbenodigdheden;
- zakelijke
telefoongesprekken;
- tijdelijke
woonruimte buiten uw woonplaats;
- verhuizing
(kosten voor overbrengen van de boedel plus 12% van het
jaarsalaris met een maximum van 11.999 ofwel 5444 euro);
- voedsel,
drank en genotmiddelen;
- werkruimte
thuis.
De
'vrije verstrekkingen' zijn bedoeld als 'kosten voorkomend':
zij voorkómen dat werknemers kosten moeten maken voor het
uitoefenen van de dienstbetrekking. Hieronder valt, en dat
is heel belangrijk, het woon-werkverkeer. Werknemers kunnen
de autokosten die zij hiervoor maken niet meer aftrekken.
Tot en met 2000 gold namelijk het 'reiskostenforfait', een
vaste aftrek voor werknemers, en deze is komen te vervallen.
Alleen openbaar-vervoerkosten blijven aftrekbaar. Maar de
werkgever mag dus tot een bepaalde hoogte wel een belastingvrije
vergoeding voor het woon-werkverkeer per auto geven. Dit kan
de pijn wegnemen bij veel werknemers die worden getroffen
door het afschaffen van het reiskostenforfait.
Let
op!
Omdat de aftrek van beroepskosten per 1 januari 2001
is geschrapt, is het aan te bevelen dat werkgevers en werknemers
via cao-onderhandelingen of via de ondernemingsraad/personeelscommissie
nieuwe afspraken maken over het vergoedingenstelsel. Immers,
het kan zijn dat werknemers financieel worden gedupeerd als
zij bepaalde beroepskosten niet meer mogen aftrekken. Dan
kan een onbelaste vergoeding door de werkgever een welkome
aanvulling zijn. In veel gevallen blijven (gedeeltelijke)
onbelaste vergoedingen voor zakelijke uitgaven immers mogelijk
in 2001 en verdere jaren. Bovendien is dit soort uitgaven
in een aantal gevallen voor de werkgever aftrekbaar van de
winst. Hierdoor wordt de winst dus op papier lager en hoeft
er minder vennootschapsbelasting door de werkgever te worden
betaald.
|