De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
vr 30 augustus 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Over Geld 
Scorebord 
Autotests 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
Kies uw favoriete winkel 
Elite Modellook 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
---
Kopen 
Speurders 
Koopjesjager 
---
Met Elkaar 
Dating 
---
Mijn leven 
Zomerhoroscoop 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
---
Contact 
Lezerservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
SPORT ACTUEEL: NIEUWSPORTAAL
 
  Dag van de waarheid
voor volleybalsters

   
 

SCHWERIN - "Heel vreemd. In Nederland heerst een mentaliteit dat iedereen gelijk aan elkaar behoort te zijn. In het leven, en in de sport in het bijzonder, is dat een onmogelijkheid. De een heeft nou eenmaal meer talenten en capaciteiten dan de ander. Maar in de twee jaar dat ik hier nu ben, merk ik dat Nederlanders daar niet van gediend zijn. Dat is nogal hypocriet. Zou je mensen met talent verfijnd behandelen - je zou ze dus een treetje hoger zetten - dan krijg je veel sneller iets van de grond. Zeker in de sport." Was getekend: Angiolino Frigoni (48).

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 12kb)
Angelo Frigoni.
Gepokt en gemazeld is hij als volleybalcoach. Begin jaren negentig assistent-trainer van de Italiaanse mannen, vergaarde twee wereldtitels, een Europese titel en een zilveren olympische plak. Net voor het nieuwe millennium stapte hij als hoofdcoach over naar de vrouwen. Kon-ie een vijfde plaats op het WK, een bronzen medaille tijdens het Europees kampioenschap en kwalificatie voor de Spelen van Sydney bijschrijven.

Sinds twee jaar heet-ie anders: Angelo Frigoni. Ligt lekkerder in de mond van de bewoners van zijn nieuwe vaderland Nederland, waar hij vanaf 2001 bondscoach is van de nationale volleybalsters. Vandaag start, na het behalen van de vijfde plaats vorig jaar op het EK, zijn tweede grote klus met de Oranje-vrouwen: het wereldkampioenschap in Duitsland.

Zijn ogen schieten door zijn kassen, elke zin gaat gepaard met een fel handgebaar. Het Italiaanse bloed kruipt waar het niet gaan kan. "De eerste reactie die ik bij mensen oproep, is: Wow, even oppassen, strenge man", verduidelijkt Frigoni zelf. "Mensen zijn vaak bang van me. Weten niet goed wat ze met me aan moeten."

Als hij het eerste jaar met Oranje evalueert, werkte die eerste indruk hem af en toe tegen. "Het was aftasten. Sommigen trokken zich terug, waren heel afwachtend. Voor mij was het soms moeilijk daar doorheen te breken. Dat kwam ook omdat ik natuurlijk niet alleen met het nationaal team werd geconfronteerd. De taalbarrière, het aanpassen aan de Nederlandse cultuur, het onderhoud met de clubs, de vele blessures in en rond het team. Dat soort zaken kwamen ook allemaal op mijn pad. Alles bij elkaar hebben de speelsters en ik het eerste jaar echt nodig gehad om elkaar te leren kennen."

Aanvoerster Ingrid Visser, tussen twee oefenwedstrijden tegen China door: "Angelo is een warme persoonlijkheid. Je kan enorm met hem lachen." Francien Huurman vult aan: "Hij is relaxed. Maar zorgt er wel voor dat hij precies overbrengt wat hij wil van ons." Frigoni: "Dat ik mijn gezichtsuitdrukking niet helemaal mee heb, zegt natuurlijk niets over mijn karakter. De volleybalsters hebben dat nu echt wel door. En wat blijkt: we mogen elkaar wel. Maar voor mij is belangrijker dat het als team steeds beter gaat. Dat is mijn doel. Ik ben hier niet voor mijzelf."

Dat wegcijferen voor het volleybal valt hem als Italiaan niet zwaar. Die mentaliteit was de afgelopen decennia namelijk heilig onder zijn landgenoten uit het volleybalwalhalla. En dat valt hier, in het koude kikkerlandje, vies tegen. Tussen Groningen en Maastricht loopt de mond over van offers brengen voor het volleybal. Maar op de momenten van de waarheid verbeteren de Hollandse verantwoordelijken, bond, clubs, hun kader en de trainers het volleybal op geen enkele wijze. Heftig schouderophalend: "In dit land wordt volleybal als vrijetijdsbesteding gezien. Het staat al een paar jaar stil. Er wordt niets meer gedaan aan het opkrikken van de competitie. Dat is een groot verschil met de rest van de wereld. In Rusland, Cuba, China eten, drinken en ademen de volleyballers het spelletje. Verliezen is daar een doodzonde."

Nederland zou er ook zo over moeten denken. "Die omslag van denken is niet in één of twee jaar te realiseren. Dan kun je twee dingen doen: je laten frustreren of zelf het goede voorbeeld geven. Als ik met de speelsters op dit WK een klinkend resultaat neerzet, zal dat vermoedelijk voor het hele Nederlandse volleybal goed zijn. Dan zijn sommigen misschien eens geneigd verder te kijken dan hun clubje en willen ze daadwerkelijk hun speelsters beter maken. En wie profiteert er van als een hele natie het volleybal fanatieker beleeft? Juist ja, de bondscoach. Maar tegen die tijd ben ik hier allang weer weg."

"Het nationale team heeft die omslag van denken reeds gemaakt. Komt ook omdat de helft van de speelsters in het buitenland speelt. Die vrouwen krijgen dat al bij hun clubs in Italië en Spanje mee. En de jonge volleybalsters hebben het goed opgepikt tijdens de drie maanden voorbereiding, waarin we meer dan eens tegen de wereldtop speelden. Nu is het alleen afwachten of het ze onder de druk van een WK ook lukt. Vooral het eerste duel tegen Roemenië is essentieel. Niet alleen omdat het onze directe concurrent is voor de derde plaats in poule B (die recht geeft op plaatsing voor de tweede ronde, red.). De eerste wedstrijd winnen, versterkt opnieuw de wil om alles te geven voor je sport."

Nu alleen de rest van Nederland nog.




 

zoek naar gerelateerde artikelen


vr 30 augustus 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.