UTRECHT - Onder Nederlandse vrouwen is een dramatische stijging van longkanker te zien. Het aantal vrouwen met longkanker steeg in de periode tussen 1989 en 1998 met 50 procent. Onder mannen daalde het aantal patiënten met longkanker in dezelfde periode met 22 procent.
De verklaring is dat vrouwen de afgelopen decennia meer zijn gaan roken en mannen minder. Dat is de conclusie van de Nederlandse Kankerregistratie in twee rapporten die gisteren zijn gepresenteerd.
De rapporten geven een overzicht van het aantal gevallen van kanker in Nederland.
Bij mannen werd vooral een sterke stijging gezien bij kanker van de slokdarm (45 procent) en prostaat (37 procent). Een daling werd onder mannen geregistreerd bij kanker aan de long, het strottenhoofd, de maag en alvleesklier met respectievelijk 22, 20, 25 en 17 procent.
De grootste daling deed zich voor bij het relatief zeldzame galblaaskanker, namelijk 40 procent.
Zonnen
Bij vrouwen nam borstkanker toe met 16 procent. Verder was bij vrouwen een daling te zien van kanker van de maag en galblaas met respectievelijk 26 en 44 procent.
Zowel bij mannen als bij vrouwen steeg het aantal nieuwe gevallen van huidkanker. Volgens de onderzoekers komt dat door te veel onbeschermd zonnen in de jaren zeventig en tachtig.
De onderzoekers hebben berekend dat een op de drie Nederlanders ooit in zijn of haar leven kanker krijgt. Mannen hebben nog een iets grotere kans dan vrouwen, maar het verschil wordt steeds kleiner. De sterfte door kanker daalt.
In 1998 werden in totaal 66.000 nieuwe gevallen van kanker vastgesteld. De meest voorkomende vorm was borstkanker met ruim 10.000 gevallen, gevolgd door longkanker met bijna 9000 nieuwe gevallen, darmkanker (8600 nieuwe gevallen) en prostaatkanker (6600).
Longkanker eiste in 1998 de meeste sterfgevallen (8600), gevolgd door darmkanker 4400 en borstkanker (3600). In totaal stierven in 1998 37.000 Nederlanders aan kanker. Dat is 8 procent minder dan in 1989.