door Fred Soeteman AMSTERDAM - Ze dreven samen een boekingskantoor voor gogo, dansers en strippers, maar frivole lichtvoetigheid was ver te zoeken toen ze zich in een roes van drank en cocaïne ontdeden van hun huisgenoot.
Urenlang zijn Freddy T. (40) en Eskil T. (28) in de kille ochtenduren van 21 december vorig jaar bezig geweest om de 34-jarige alcoholist Anton van Pelt in elkaar te slaan en te trappen. "Toen Anton naast het bed lag, stond Freddy gewoon recht op zijn hoofd te stampen en op zijn gezicht", zei Eskil gisteren in de rechtszaal.
Uiteindelijk 'om hem uit zijn lijden te verlossen' sneed Freddy het slachtoffer zijn keel door. Het 16-jarige meisje Marlene was in Antons woning aan de Amsterdamse Gijsbrecht van Aemstelstraat getuige van de geweldscènes.
Vijftien jaar gevangenis eiste gisteren officier van justitie mevr. mr. J. Recourt tegen de Belg Freddy T. Moord is bewezen, vond zij, eraan herinnerend dat Eskil hem had horen zeggen: "Hij wil maar niet stuk" en, als inleiding op het lugubere snijwerk: "Wie A zegt, moet ook B zeggen".
Tegen Eskil was de eis negen jaar, wegens zware mishandeling met voorbedachten rade. Ook hij heeft met klappen en schoppen naar het hoofd terdege meegeholpen om Anton af te tuigen en trouwens ook om zijn lijk diezelfde ochtend nog te verpakken in vuilniszakken en een dekbedhoes en hem voorlopig op te bergen in de gangkast.
Drugs en drank
In de nacht voorafgaand aan de slachtpartij hadden Eskil en Freddy zich vermaakt door zich onder meer op het Rembrandtplein vol te laden met drank en drugs. Ze hadden zelfs gasten mee naar huis genomen, maar toen het gebakkelei met Anton daar serieuze vorm had gekregen, dropen die de af.
De verdachten probeerden de rechtbank er gisteren van te overtuigen dat opgekropte woede als gevolg van irritatie door Antons 'lastig zijn' en ontremming door de cocktails in hun lijf, bij de één tot onhoudbare razernij had geleid en bij de ander in elk geval tot de onmacht om er op tijd een punt achter te zetten.
Niettemin is gebleken dat ex-dakloze Anton de laatste twee weken al doodsbang was geweest voor zijn inwonende 'vrienden'. Hij vreesde dat ze hem uit zijn woning wilden zetten of doden.
In de fatale ochtenduren was Anton nogal vervelend. In zoverre zijn verdachten en getuigen het eens. Hij deed opdringerig naar de meisjes die over de vloer waren en wilde cocaïne snuiven, hoewel de anderen wisten dat het slecht voor hem was. Eskil had hem daarop aangesproken.
Anton leek gekalmeerd, maar inwendig was het blijven broeien. De derde keer was Anton het zat: Eskil kreeg een duw en dat was de vonk in het kruitvat. Freddy T. nam het over en sloeg ijzeren staven krom op zijn hoofd.
Ook het meisje Marlene is schuldig, verklaarde Eskil, ofschoon hij haar eerst in bescherming had genomen. Zij heeft geslagen met een riem, wist hij. "Eerst wilde ik haar aandeel er ook bij nemen", zei hij, "maar ik brak toen ik hoorde dat zij had verteld dat ik erbij was geweest toen ergens kinderen werden misbruikt en vermoord."