AMSTERDAM - Politieke partijen roepen al jaren dat er meer ondernemers moeten toetreden tot de Tweede Kamer, maar het resultaat is mager. De werkgevers deden er deze week een schepje bovenop en riepen op om topondernemers zitting te laten nemen in het nieuwe kabinet. Wordt het straks minister Joep van den Nieuwenhuijzen en minister Karel Noordzij (NS) of zit ondernemend Nederland toch liever in een kalfslederen bureaustoel dan op het Haagse pluche?
|
Wouter Bos
... onzekerheden ... (Foto: De Telegraaf)
|
Theo Stroeken gaf na vier jaar kamerlidmaatschap voor het CDA zelf te kennen het Binnenhof de rug te willen toekeren, want "het bedrijfsleven roept mij". Met die uitspraak haalde de 63-jarige Limburger zich de nodige spot op de hals. "Theo, hoe kan dat nu. Ik ben langs DSM gereden en andere bedrijven in de omgeving, maar ik hoorde niemand om jou roepen," pestte zijn toenmalige fractiegenoot Gerd Leers. Stroeken heeft overigens enkele commissariaten achter de hand, maar de grap is te waar om mooi te zijn.
|
Marjet van Zuijlen
... carričrestapjes ... (Foto: © dijkstra b.v.)
|
Oud-Kamerlid Marjet van Zuijlen (35), tegenwoordig headhunter bij de Human Capital Group, weet waarom mensen uit het bedrijfsleven zich niet en masse melden op het Binnenhof. "Toen ik lid werd van de Tweede Kamer zeiden sommige mensen over mij 'ze doet het als carrièreopstapje'. Grote onzin, politiek is voor niemand uit het bedrijfsleven een opstapje. Je mag al blij zijn als je daarna goed terecht komt."
"De carrièreperspectieven zijn slecht voor Kamerleden. Als je tegen een potential zou kunnen zeggen: 'ga een aantal jaren de Kamer in, dan kun je daarna dit en dat bereiken', maar zo is het niet. Er zijn ook vrijwel geen goede voorbeelden waar je naar kunt verwijzen," zegt de voormalig PvdA-politica.
Ook de uitstroom van de politiek naar het bedrijfsleven is marginaal. Van Zuijlen: "Het ligt voor de hand dat mensen teruggaan naar de sector waar zij vandaan komen. En de meesten komen zoals bekend niet uit het bedrijfsleven. Soms zoekt een organisatie een oud-politicus als boegbeeld. En het Kamerlidmaatschap geeft wel een zekere status. Werkgevers vinden dat wel interessant, maar ze weten vaak niet goed wat ze er mee aan moeten. Politici doen bijvoorbeeld geen managementervaring op in de Kamer. Een goed en serieus Kamerlid, maakt de meeste kans op een nieuwe baan."
Belangrijke pluspunten zijn volgens Van Zuijlen onder andere "een stevige persoonlijkheid, hoofd- en bijzaken kunnen onderscheiden en operationele kracht. Echte doeners, maar politici zijn meestal praters."
Bovendien overschatten Kamerleden hun marktwaarde nogal eens. "Zij hebben toch het hoogst haalbare ambt in het openbaar bestuur vervuld en willen daarom vrij hoog insteken in een bedrijf of organisatie. Omgekeerd wordt er in het algemeen echter niet zo tegen hen aangekeken. Dat is een beetje bedroevend. Politici vinden zichzelf een behoorlijk salaris waard, maar de waarheid is dat zij vaak bereid moeten zijn om een stapje terug te doen."
Ook moet een politicus zich flink aanpassen als hij in een bedrijf aan de slag wil. "Je moet (weer) leren om onder een baas te werken, want Kamerleden opereren vrij zelfstandig. Het is ook wennen om minder in de publiciteit te staan. En het tonen van dienstbaarheid aan anderen, valt soms zwaar. In de politiek is het juist andersom, omdat mensen iets van je nodig hebben," vindt Van Zuijlen.
Wouter Bos (38), afkomstig van Shell, schopte het inmiddels van PvdA-Kamerlid tot staatssecretaris van Financiën. Zijn ster is rijzende in de sociaal-democratische gelederen. "Het lagere salaris speelt volgens mij niet zo'n grote rol, maar vooral de enorme onzekerheden die kleven aan een politieke carrière weerhouden ondernemers. Als je je kandidaat stelt, weet je niet eens zeker of je wordt gekozen, laat staan welke portefeuille je krijgt. De mensen willen echter op waarde geschat worden en zekerheid krijgen over hun toekomst. De praktijk is echter dat je nooit weet hoe lang je politieke carrière duurt. Het afbreukrisico wordt door mensen uit het bedrijfsleven als heel hoog ervaren. Bovendien bestaat bij hen het beeld dat in de politiek termen als gekonkel, wespennest en slangenkuil de boventoon voeren. Ik ben daar ook voor gewaarschuwd bij mijn sollicitatie bij de PvdA, maar het is mij 100% meegevallen."
Wouter Bos heeft zich hogelijk verbaasd over het gemak waarmee Joep van den Nieuwenhuijzen spreekt over de politiek. "Alsof iemand die in het bedrijfsleven kan saneren ook meteen een goede minister is. Er is één levensgroot verschil: een ondernemer is eigen baas. Als politicus moet je altijd rekening houden met anderen. Je kunt ook niemand een bevel geven. Uiteindelijk is de Tweede Kamer de baas. Het verschil tussen gelijk hebben en krijgen is ook groot."
Ook vergissen topondernemers zich volgens hem in de afstand tussen het luxeleven met grote huizen en dure auto's dat zij leiden en dat van de gewone man op de straat. "Je maakt mij niet wijs dat Van den Nieuwenhuijzen vanaf Curaçao kan bezien wat er in de Tarwewijk in Rotterdam moet gebeuren. Iemand die tanks en houwitsers verkoopt en denkt de zorgsector te kunnen reorganiseren, dat moet ik nog maar eens zien."
Bos kent maar drie succesvolle voorbeelden. "Hans Wijers, hoewel die na vier jaar ook was afgeknapt op de politiek. Wim Dik die voor de politiek bij Unilever werkte en daarna bij KPN en Onno Ruding die in de financiële hoek zat en bleef."
"Het is heel erg te prijzen als mensen in het bedrijfsleven zich willen inzetten voor de publieke zaak, maar het gaat allemaal niet zo makkelijk als sommigen denken. Daarom zal het altijd blijven bij een handjevol ondernemers dat de overstap waagt," aldus Bos.
Pieter Hofstra (55) is inmiddels aan zijn derde periode in de VVD-fractie begonnen. In 1994 verruilde hij zijn ingenieursbureau voor de politiek.
|
Pieter Hofstra
... bureaucratie ... (Foto: © Dijkstra b.v.)
|
"Ik pleit al jaren voor meer mensen uit het bedrijfsleven in de politiek omdat de Kamer een afspiegeling moet zijn van de samenleving, maar het zijn hier toch vooral veel ambtenaren en onderwijzers," meent Hofstra. "Het gaat mij niet alleen om ondernemers, want dat zijn ook geen wonderdokters, maar ook om boekhouders, verkopers en monteurs. In het bedrijfsleven treedt men toch wat daadkrachtiger op en zijn de mensen wars van bureaucratie," vindt de liberaal, die veel verwacht van het nieuwe politieke klimaat.
Hofstra: "'Dat gescheld op elkaar en die lange vergaderingen, daar moet je niet aan meedoen', zeggen collega-ondernemers vaak tegen mij. Ik vind het jammer dat ze zo negatief zijn. Ik zeg ook wel eens dat ze geïnteresseerden onder hun personeel moeten stimuleren om de gemeentelijke of provinciale politiek in te gaan."
Hofstra vindt het geen probleem dat er omgekeerd maar weinig oud-politici in het bedrijfsleven belanden. "Het is niet van wezenlijk belang voor de economie dat zij daar allemaal terecht komen. Jonge, goed opgeleide mensen komen daar wel aan de bak, maar hoe langer je Kamerlid bent geweest hoe minder aantrekkelijk je wordt."