door Tjyying Liu SEOEL - Vijftig jaar geleden vluchtte Kim Sun Suk met zijn vader van Noord- naar Zuid-Korea. De Koreaanse oorlog van 1950 tot 1953 was in volle gang en uit angst te worden opgepakt door het Noord-Koreaanse en Chinese leger namen ze de boot naar het zuiden. Zijn moeder bleef in de hoofdstad Pjongjang achter om voor de vier overige kinderen te zorgen.
Zuid-Koreanen nemen zeer geëmotioneerd afscheid van hun Noord-Koreaanse familieleden na een vierde familiereünie begin deze maand tussen de beide Korea's. De onvrijwillig gescheiden familieleden hebben elkaar vaak al een halve eeuw niet meer gezien. (Foto: AP)
Zijn broers en zussen waren nog veel te jong om te vluchten. Als de rust was teruggekeerd, zouden ze elkaar snel weer zien, beloofde hij. "Sinds die scheiding heb ik mijn familie niet meer gezien", zegt de inmiddels 72-jarige taxichauffeur. "Tot een aantal jaar geleden wist ik niet eens of er nog wel iemand in leven was."
Groot was dan ook zijn blijdschap toen hij via kennissen vernam dat zijn moeder en zijn twee zussen nog leefden. Toen twee jaar geleden bekend werd dat beide Korea's overeenstemming hadden bereikt voor familiereünies, hoopte Kim dat zijn wens om zijn 90-jarige moeder levend te zien in vervulling zou gaan. "Inmiddels zijn er vier familiereünies geweest, maar ik heb mijn moeder nog steeds niet ontmoet."
De tijd dringt voor Kim: zijn gezondheid loopt achteruit, maar wat nog erger is, zegt hij, is dat zijn moeder er slecht aan toe is. "Tijd is onze grootste vijand", verzucht de directeur van het Zuid-Koreaanse Rode Kruis, Nin Byung-Dai. "Per jaar overlijden zo'n twaalfduizend mensen die zich bij ons hebben opgegeven voor een reünie. Je moet nagaan dat er in totaal meer dan honderdduizend mensen op deze lijsten staan, maar beide regeringen hebben afgesproken dat per ontmoeting maar honderd mensen worden geselecteerd. Dan is het dus een kans van 1 op 1000 dat men wordt uitgekozen."
Onbeschrijflijk
In april kregen honderd uitverkorenen de kans om elkaar te ontmoeten. Na tientallen jaren niets van elkaar te hebben gehoord, waren hun uitingen van blijdschap en verdriet onbeschrijflijk. Een zus klampte zich bij het afscheid vast aan haar broer en smeekte hem alsjeblieft niet dood te gaan voordat ze elkaar weer zouden zien.
Iedere Koreaan hoopt, maar niemand gelooft in een snelle hereniging. "In de eerste plaats willen we vrede", zegt Park Chan-Bong, van het ministerie van Hereniging. "Een overhaaste hereniging zou voor Korea alleen maar een stap achteruit zijn."
Volgens Park is de val van de muur in Berlijn in 1989 dan ook geen goed voorbeeld voor de situatie op het Koreaanse schiereiland. "Zuid-Korea heeft niet de capaciteiten om Noord-Korea te absorberen. Ons land heeft slechts twee keer zoveel inwoners als Noord-Korea. Dat is anders dan in het voormalige West-Duitsland waar de bevolking vier keer zo groot was als die van Oost-Duitsland. Daarnaast is de economische situatie in onze landen veel minder sterk dan die van Duitsland."