HAARLEM - De euro heeft drukker Joh. Enschedé geen windeieren gelegd. De introductie van de nieuwe munt zorgde vorig jaar voor een incidentele omzetgroei van 43% tot €101 miljoen. Het bedrijfsresultaat kwam uit op €4,8 miljoen, aldus de drukker gisteren. Enschedé maakte verder bekend dat de arbitragezaak met Sdu zonder resultaat is beëindigd.
Toch leverde de nieuwe munt ook nadelen op voor Joh. Enschedé. "De winstgevendheid werd negatief beïnvloed door hoge kosten die gepaard gingen met het tijdig gereed krijgen van de europroductie." Bij de bankbiljettendivisie werden in de periode 1999/2001 in totaal ruim een miljard eurobiljetten voor vijf verschillende landen gedrukt.
In de postzegeldivisie kon het deels verdwijnen van de opdrachten van TPG Post worden opgevangen door de toevoeging van nieuwe landen als Portugal en Zwitserland aan de portfolio, aldus de drukker.
Joh. Enschedé en de Staatsdrukkerij (Sdu) waren tot 2000 gezamenlijk eigenaar van Enschedé/Sdu, dat zich vooral richt op identificatieproducten als het paspoort. "Nadat de samenwerking in maart 2000 door Sdu is verbroken is door Joh. Enschedé arbitrage aangevraagd." Doel van de drukker was het belang van 50% uit het samenwerkingsverband terug te vorderen.
"Op basis van gesprekken is gebleken dat duurzaam herstel van de samenwerking niet mogelijk was. Ook gesprekken met Sdu die tot doel hadden om 100% van de aandelen te verkrijgen, hebben niet tot het gewenste resultaat geleid", volgens Enschedé.
Het niet-geldwaardig drukwerk had te lijden onder de stagnerende markt. Mede in het licht van lopende gesprekken met De Nederlandsche Bank over een nieuw contract voor het drukken van eurobiljetten onthoudt Joh. Enschedé zich van een voorspelling over het lopende jaar.