door Teije Brandsma KENEMA - De 32-jarige Victor Tucker uit Sierra Leone wil de politiek in. Dan krijg je een makkelijk leven, had zijn vader tegen hem gezegd. Thuis, in het stadje Kenema, heeft hij een aantal mensen enthousiast gemaakt voor zijn kandidaatschap voor de APC, een van de vele partijen die meedoen aan de verkiezingen die 14 mei aanstaande in het door een burgeroorlog verwoeste Sierra Leone worden gehouden.
Tucker reisde vanuit Kenema in het oosten van het land naar de hoofdstad Freetown, waar hij een fotostudio binnenstapte. Met de foto die daar werd gemaakt, ging hij naar een drukkerij, waar er een pamflet van werd gemaakt door er een aantal slogans omheen te zetten. Nu zit Victor weer in de bus, terug naar zijn geboorteplaats, waar zijn politieke carrière moet beginnen.
Op zijn schoot ligt een plastic tas waarin honderd pamfletten zitten die zijn politieke debuut moeten bewerkstelligen. Victor zit in zijn rol. "Het is belangrijk dat dit land na tien jaar oorlog een regering krijgt die niet corrupt is", zegt hij op zo'n harde toon dat ook andere passagiers het kunnen horen. "De APC is daarvoor de beste partij, een nieuwe partij voor een nieuw begin!"
Niemand reageert. De passagiers, die af en toe omhoog wippen als de bus weer over een van de vele bomkraters in de weg rijdt, gaan door met hun gesprekken. Anderen blijven ongeïnteresseerd uit het raam kijken. Dit is duidelijk geen APC-publiek. De politieke voorkeur van de meesten gaat uit naar een andere partij, de SLPP. Dat blijkt als de bus een dorp binnenrijdt waar net een politieke optocht van aanhangers van de SLPP wordt gehouden.
De reizigers zijn ineens klaarwakker en beginnen vanuit de bus met de meute buiten de SLPP-slogan mee te schreeuwen: "We zijn met velen! We zijn met velen!" Victor probeert er bovenuit te komen door de slogan van zíjn partij te schreeuwen: "Eerlijk spel! Eerlijk spel!" Maar hij heeft in de bus maar één bondgenoot; een vrouw die ondanks haar schelle stem ook nauwelijks boven het gegil uitkomt. Iedereen lacht als de beide partijen een paar minuten hun slogans heen en weer schreeuwen.
De chauffeur zelf maakt een einde aan het geschreeuw door een cassette op te zetten van de SLPP. De partij heeft een band ingehuurd die het politiek programma muzikaal moet uitdragen. Bijna de hele bus swingt mee met de politiek getinte muziek. Alleen Victor niet. Hij vertelt even later, als er weer andere muziek opstaat, op zachte toon meer over zichzelf: "Ik ben in het dagelijks leven monteur."
Een uur later evalueert hij verder. "Het zit eigenlijk nóg anders. Ik was voordat ik monteur werd, leider van een groep soldaten die tegen de RUF-rebellen vocht." Samenzweerderig laat hij, terwijl niemand anders het ziet, een identiteitskaart zien: 'Victor Tucker, commandant van gevechtseenheid B1' staat erop.
"We kwamen een keer in een hinderlaag en ik werd getroffen door een kogel in mijn schouder", vertelt hij. "Ik had een RPG-granaatwerper bij me en ik beantwoordde het vuur. Die granaat raakte een van de jongens voluit. Bam! Hij was weg, in duizend stukken, helemaal kapot."
De zon gaat onder terwijl de bus nog uren verwijderd is van Kenema. In de schemering zegt hij zacht: "Ik zie die kandidatuur van mij als een manier om vrienden te maken. Je moet er niet te veel achter zoeken." Als het helemáál donker is en de jungle is veranderd in een geheimzinnige haag langs de weg die bij het passeren kort wordt verlicht door de slecht afgestelde koplampen, zet de chauffeur opnieuw de swingende muziek van de SLPP op. Iedereen is moe geworden en de passagiers letten niet meer op elkaar. In het halfduister is het silhouet van Victor te zien: hij swingt mee met de muziek.