AMSTERDAM - De Nederlandse krijgsmacht kan zich bij een verbod op lang haar bij uitgezonden militairen niet langer verschuilen achter het argument dat de kapselnormen bij NAVO-partners veel strenger zijn. Dit is het gevolg van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van Defensie die korte metten maakt met het besluit van de Koninklijke Luchtmacht om een Nederlandse sergeant der eerste klasse in 1996 vanwege zijn weelderige haardos weg te sturen van de basis in het Italiaanse Villafranca. Hij werd bovendien uitgesloten van buitenlandse missies.
De raad wijst erop dat al in 1971 wettelijk is vastgelegd dat strijdkrachten vrij zijn in de keuze van hun haardracht, tenzij een noodzaak bestaat om hiervan af te wijken. Dat in het buitenland moet worden samengewerkt met militairen uit NAVO-landen die strengere kapselnormen hanteren, valt volgens het college niet onder 'noodzaak'.
Ook verwierp het college het argument dat langharige militairen afbreuk doen aan de professionele uitstraling van de krijgsmacht. "Defensie heeft niet kunnen aangeven op welke wijze de slagkracht van de luchtmacht in gevaar wordt gebracht door de haardracht."